Verzamelen door zonder doel te experimenteren met materiaal

Als ik de ruis van alledag uitschakel, kan ik onbevangen uitproberen wat ik met mijn materiaal allemaal kan.

Experimenteren met materiaal zonder doel: dat kost tijd en geld. Is het wel de moeite waard? Voor Arjan wel. De ruimte die hij inbouwt om de grenzen van zijn materiaal te verkennen en op te rekken, stelt hem in staat om een verzameling aan ideeën te ontwikkelen die hij ‘just-in-time’ kan inzetten in een project.

Als ontwerper probeer ik altijd om een soort grens op te zoeken van wat je kan met het materiaal. Maar de grap is wel dat ik altijd probeer te kijken naar een maakbaar product, misschien is dat de industrieel ontwerper in mij. Ik wil een produceerbaar product maken, dat zijn eigenheid behoudt, misschien wel zijn handschrift, maar dat ook schaalbaar en betaalbaar is.

Eén dag per maand zoek ik actief de ruimte op om vrij te kunnen experimenteren, dat doe ik meestal met een collega. Als ik de ruis van alledag dan uitschakel, kan ik onbevangen en onbezonnen uitproberen wat ik met mijn materiaal allemaal kan. Daardoor ontstaat er een verzameling van ideeën, van kennis en inspiratie, die ik in ‘laatjes’ onderbreng en die ik dan later kan inzetten voor een project. Zo is er een ‘laatje’ dat te maken heeft met mijn interesse in beton. Ik experimenteerde met beton, ik deed testjes, ik zocht uit waar de grenzen lagen, hoe ik die kon oprekken. Ik probeerde verschillende mallen uit, werkte met allerlei stoffen om het materiaal in te gieten. Allemaal gaven ze het beton andere eigenschappen mee.

Gaandeweg ontdekte ik wat ik visueel zocht, namelijk een structuur als van takken – een inspiratie die had liggen slapen in een ander laatje. Dat wees me op de grenzen van het materiaal, want takken verschillen sterk in dikte en het geheel mocht natuurlijk niet breken. Dus moest ik die grenzen onderzoeken met dat boomidee in gedachten. Waar mijn betongieter me vertelde dat ik geen dunnere vormen kon maken, ging ik verder door vezels aan het beton toe te voegen. Want om het plaatje mooi te maken, moest het nou eenmaal smaller kunnen dan eigenlijk mogelijk was.

Ondertussen schoof er ergens anders een laatje open waar ik een toepassing in vond: een boomspiegel. Dat maakte de volgende grens duidelijk, en wel een financiële. Boomspiegels zijn geen kostbare sculpturen, en je moet ze dus industrieel kunnen produceren – maar tegelijkertijd was het prachtige aan de takkenstructuur nu juist de grilligheid en de veranderlijkheid! Uiteindelijk vonden we een mal die hergebruikt kan  worden, en nu liggen onze betonnen bomenroosters in de gemeente Waddinxveen.”