Episodische kennis gebruiken

Makers kunnen episodische kennis van anderen gebruiken in hun maakproces.

Het gaat om het verzamelen van, toegang geven tot en overdraagbaar maken van bruikbare episodische kennis van voor ontwerpers, en voor ontwerpers: henzelf en van anderen.

Episodische kennis is kennis die naar voren komt vanuit een beschrijving of een vertelling van een min of meer zelfstandig onderdeel van een verhaal. Episodes worden verteld op een concreet niveau van waarneembare activiteiten en de overwegingen die daar rond heen speelden. Het gaat erom wat er gebeurde, hoe dat gebeurde, wat er daarvoor gebeurde, etc. Dit zoeken naar episodes is in het maakonderzoek met name terug te vinden bij het werken met de makersdialoog.

Visser (1995) beschrijft dat episodische kennis als particuliere kennis is gebaseerd op ervaringen, die je op eenzelfde niveau van abstractie kunt beschrijven als de (probleem)situatie waarin je zit. Haar kernvragen in haar onderzoek onder een groep architecten zijn:

  • Hoe draagt het werken met episodische kennis bij aan het ontwerpproces?
  • Welke soorten en aspecten van episodische kennis betreft dat dan?
  • En hoe werkt dat wanneer je bronnen of juist mensen gebruikt?

De volgende inzichten die zij rapporteert, zijn ook interessant in het licht van het doen van maakonderzoek:

  1. Visser bekijkt vooral hoe makers episodische kennis gebruiken, bv als analogie, als tegenstelling, en dat dat hen verder helpt in het maakproces. Ze merkt op dat de makers vooral dichtbij hun eigen veld lijken te blijven (“close similarity”), wanneer zij episodische kennis gebruiken, binnen het eigen domein. Wanneer je, zoals we dat als doelstelling formuleren in het maakonderzoek, ook wilt bouwen aan vormen van ‘lage’ theorie zal er meer samenwerking en betrokkenheid van makers in het onderzoek nodig zijn.
  2. Naast particuliere kennis van jezelf, kun je ook meer generieke kennis gebruiken, die ook van anderen is, maar die eveneens uit ervaring is ontstaan (bv voor het koken was je de groente).  Daarnaast kun je in eenzelfde situatie ook meer abstracte kennis, bv over kookprocessen gebruiken, om te gaan doen wat je wilt doen. Dit soort ‘geleende’ ervaringskennis kan ook voor makers en tussen makers onderling inspirerend werken.

Bron: Visser, W. (1995). Use of episodic knowledge and information in design problem solving. Design Studies, 16(2), 171-187. Also in N. Cross, H. Christiaans & K. Dorst (Eds.) (1996), Analysing design activity (Ch. 13, pp. 271-289). Chichester, England: Wiley.