Makers werken samen in groepjes

Makers en onderzoekers hebben vaak verschillende belangen.

Makers werken in kleine groepjes aan een maakonderzoek en stemmen af wie welke activiteiten uitvoert en wat bij ieder van hen (ook) als maker past. Zo werken zij samen aan het inrichten, uitvoeren, verwerken en delen van onderzoek van de eigen maakprocessen. Daarbij begeleidt een maakonderzoeker dit proces.

De rol van de makers in het maakonderzoek is het onderzoeken van de maakprocessen van de eigen maakonderzoeksgroep. Dit doen zij door de maakonderzoekscyclus te doorlopen. Ook het delen met makers van buiten de eigen groep en van andere vakgebieden is van belang. Activiteiten van de onderzoekers zijn: scholen, ondersteunen, sparren, verwerken van materiaal, opzetten van een maakonderzoekscyclus, ontwikkelen, monitoren en verbeteren van manieren van delen en van toetsen op bruikbaarheid. Scholen is nodig om de makers in staat te stellen als co-actor in maakonderzoek te kunnen functioneren; hierbij wordt ook aandacht besteed aan het bespreken, relativeren en vervangen van als vast aangenomen opvattingen over onderzoek.

Samenwerken betekent niet dat iedere maker hetzelfde doet, of dezelfde verantwoordelijkheid in een onderzoek draagt. Waar de ene maker zich meer thuis voelt bij observeren, werkt een ander liever in dialoog. Een derde experimenteert bij voorkeur met ontstane kennisdelen of inzichten in de praktijk en bij een vierde klopt het hart het hardst om het ontwerpen en testen van stimulerende vormen van overdracht en onderwijs. Het is belangrijk om erachter te komen wat een maker drijft, en waar aansluiting zit in de activiteiten die nodig zijn in het onderzoek: wat geeft wie energie, waar zitten de capaciteiten en ontwikkelmogelijkheden van betrokken makers? En waar en hoe vindt interactie tussen de makers, en makers en onderzoekers plaats? Met meerdere ogen kijken, verschillende perspectieven in kunnen nemen en vanuit meerdere praktijken en ervaringen werken, is belangrijk om te komen tot ‘lage’ theorie: theorie die dicht op de kennis van de makers zit, maar het individuele niveau overstijgt. Dit kan bijdragen aan het vormen van kennis, die breder bruikbaar is, van en voor verschillende makers en over vakgebieden heen.

Makers en onderzoekers hebben vaak verschillende belangen. Onderzoekers worden meestal afgerekend op hun deelname aan het internationale onderzoeksdiscours van het vakgebied. De doelstellingen van dit discours staan op gespannen voet met die van het maakonderzoek, waarin makers vooral zijn gebaat met bruikbare bijdragen aan de eigen en elkaars maakpraktijken. Het feit dat een maker in de rol van onderzoeker werkt, lost dit probleem niet zo maar op. De kwestie is niet of een maker of onderzoeker zich met het onderzoek naar maken bezig houdt maar welke motieven hij heeft, in welke rol.


Lees verder: het werken in maakonderzoek vanuit lokale kennis

Lees verder: over hoe in de antropologie de rolverdeling tussen onderzoeker en onderzochte in de loop der tijd langzaam is veranderd

Lees verder: over parellelen tussen kunst, ontwerpen en antropologie