Het mappen van ideeën en referenties als start voor het componeren

In mijn studio ideeën en concepten op de muur plakken, pijlen trekken, teksten uitprinten, verknippen.

Als Ben gaat componeren moet hij weten wat de functie zal zijn van de muziek. Waar is het underscore, waar is het autonoom? Waar is het in de voorstelling een sterke tegenkleur op één van de andere disciplines zoals dans of projectie? Hij wil een startpunt hebben voordat hij teksten gaat schrijven en componeren. Dit heeft gedeeltelijk met efficiëntie te maken; hij wil geen stuk componeren dat een andere dramaturgische functie heeft. Dit doet hij door zijn ideeën uiteen te zetten op de muur. Zo houdt hij overzicht.

“Onlangs werkte ik aan een muziektheatervoorstelling/moderne opera Beast voor de Operadagen in Rotterdam. Het idee hiervoor kwam van de regisseur. Hij kwam met een open vraag: ‘Wil jij naast de muziek ook de liedteksten schrijven voor een belangrijke scene of zullen we er iemand voor vragen?’ Ik besloot zelf die teksten te willen schrijven omdat ik dat een interessante uitdaging voor mezelf vond én omdat ik dacht: dan heb ik meer controle over het resultaat en kan ik de teksten die ik schrijf door mijn muzikale ideeën laten beïnvloeden en andersom. Dit begin van het componeerproces was een interessante mix van inhoudelijk en muzikaal werken. Het begon met een proces van liedtekst schrijven en dan de tekst in wording communiceren met de regisseur. Dat betekende samen naar het tekstdocument kijken. Gezamenlijk kwamen we op het idee inspiratie uit kinderliedjes te halen. Daarom had ik verschillende fragmenten van teksten uit kinderliedjes uitgeprint en opgehangen. Daar kon ik dan variaties op maken. Ook hadden we samen bedacht dat het lied een bepaalde synopsis had, een verhalende structuur waardoor het lied in verschillende delen werd opgedeeld.

Na het gesprek met de regisseur ging ik thuis in mijn studio ideeën en concepten op de muur plakken, pijlen trekken, teksten uitprinten, verknippen. Ik ben graag fysiek bezig, ik loop graag rond. Ik plakte een stuk behang op de muur en begon dit te vullen met post-its. Elke kleur post-it besloeg een andere categorie met ideeën: Groen was muzikaal, roze was voor de liedtekst ideeën en geel was voor de overige ideeën. Zo kon ik in één oogopslag zien wat bij elkaar hoorde en kon ik het makkelijk verplaatsen. Na de post-its vulde ik het aan met bladmuziek, uitgeschreven ritmes of klank referenties. Door deze knipsels op de muur te hangen kon ik de grote lijn van een compositie zien. Ik was dan aan het ‘mappen’. Ik maakte hele lijstjes met conceptuele ideeën over muziek. Het was eigenlijk een schetsfase aan tafel waar het gaat over liedtekst, concepten of nootjes. Ik zat te puzzelen in mijn hoofd. Ik gebruikte ideeën en concepten als houvast in het proces. Voor mij kan een muzikaal concept gaan over hoe het moet klinken, wat voor stijl het is, maar vooral over: wat is de theatrale functie? Wat gebeurt er in de scene waar ik het lied voor schrijf? Wat is de rol van de muziek hierin? Moet de muziek het publiek informeren, of juist het onderbuik gevoel aanspreken? Ook hoe de muziek zich tot andere elementen en disciplines in de voorstelling verhoudt, nam ik mee in mijn proces.”

 

Ga naar meer materiaal over dit project.