Concept in tekstvorm is bepalend voor de uitvoering van het project

Steeds als er een nieuw idee ontstond, ging ik na of dat paste bij mijn concept en gaf ik wel of geen akkoord.

Merel begint een project door een concept op papier te zetten, waarbij ze haar achterliggende ideeën als startpunt neemt. Deze ideeën ontstaan doordat ze veel leest en teksten, afbeeldingen en theorieën verzamelt. Na de conceptualisatie begint de uitwerking in beeld, vorm en in een bijpassend medium. Het plan op papier blijft haar houvast.

“Voor een project voor de Culturele Zondagen bij kunstinstelling Casco werd ik gevraagd een kinderproject te bedenken. Het thema van de culturele zondag was muziek. Ik had nog nooit iets met muziek gedaan met mijn beeldend werk. Toevallig had ik de zondag daarvoor wel met geluid gewerkt, maar dat was een soort radiostation met een radioshow. Nu wilde ik geluid onderzoeken in relatie tot het menselijk lichaam. Een ander uitgangspunt was om verbinding te maken, een terugkerend thema in mijn werk. Als tegenhanger van het heersende individualisme wil ik verbinding en sociale cohesie creëren. Mijn vraag werd: hoe kan ik muziek inzetten in een project voor kinderen waarin ze met elkaar gaan samenwerken, aansluitend bij mijn interesses in het lichaam en het werken op een speelse manier?

Ik pakte mijn opschrijfboekje erbij en ben gaan brainstormen. Ik bedacht: ik wil objecten maken waar je geluid op kan maken, een soort instrumenten waar je tegenaan kan slaan en interactie mee kan aangaan, zodat er een gezamenlijke soundscape ontstaat. Dan heb je de gezamenlijkheid, het geluid en het fysieke element. Ik kreeg er een beeldend idee bij: dat het een beeldend object moest zijn, liefst van hout, want ik hou van hout, en dat je door een handeling dan geluid maakt. Ik heb toen allemaal plaatjes verzameld van hout, van houten constructies, en ik ben proefjes gaan maken. Ruimtelijke schetsjes van hout en elastiek, touw, van voorwerpen uit mijn atelier. Maar ik had nog geen referentie voor mijn vormentaal. Ik dook mijn beeldarchief in en vond daar oude afbeeldingen van speeltuinen, die ik ooit eerder verzameld had.

Dit raakte aan de geschiedenis van de plek waarop de installatie zou komen te staan: daar stond vroeger een speeltuin. Uit gekleurd papier ben ik toen een aantal basisvormen van de afbeeldingen gaan knippen, die ik in een collage heb geplakt om een soort geabstraheerde vorm te krijgen. Dat was eigenlijk de vormenstudie voor die instrumenten. Met een muzikant ben ik daarover gaan sparren, en we hebben meer schetsen gemaakt, op papier, en ook ruimtelijk. Dit hielp mij om de uiteindelijke vorm van de instrumenten te bepalen en deze samen met de muzikant, en ook nog een sound designer, echt te gaan maken. Steeds als er een nieuw idee ontstond, ging ik na of dat paste bij mijn concept en gaf ik wel of geen akkoord.

Op de dag van het event werd er een houten vloer opgebouwd als ‘podium’ voor de instrumenten. Ter plekke bedacht ik om de instrumenten in een cirkel te plaatsen, zodat alle deelnemers elkaar zouden kunnen zien. En omdat het over ontmoeten en verbinden ging, wilde ik een huiselijke sfeer maken en heb ik alle kussens die ik op het Casco kantoor kon vinden naar buiten gesleept.”