Al makend ontdekken wat je wilt vertellen

Als je muziek zoekt, aan het filmen bent, ambachtelijk werkt, blijft dat getraumatiseerde jongetje weg van het proces.

Hoe vertel je als filmmaker een persoonlijk verhaal zonder dat je verstrikt raakt in jezelf? Kan het ambacht het verhaal communiceren en kan het maken je nieuwe antwoorden geven? Filmmaker Wiam Al Zabari onderzoekt al makende hoe hij zichzelf verder kan ontwikkelen als maker. Hij vraagt zich af hoe hij ervoor kan zorgen dat de maker dichter bij een persoonlijk en afgesloten onderwerp komt. Hij ontdekt daarbij de kracht van het proces en omarmt hoeveel ‘maken om het maken’ je op kan leveren.

“Zo graag zou ik Wiam de mens zien. Maar ik merk dat de mens in mij ongelooflijk in shock is sinds zijn jeugd. Het is lastig om het daarover te hebben en er dichtbij te komen. De maker in mij heeft wel meer kracht, is niet geshockeerd, heeft energie, ziet, wil dingen maken en bouwen en niet stilstaan. En het liefst maakt de maker in mij dingen over Wiam de mens. Maar daar komt hij niet dichtbij genoeg. Daar ben ik benieuwd naar: hoe kan ik er voor zorgen dat de maker dichter bij dat afgesloten onderwerp in mij komt?

Een van de problemen zou wel eens kunnen zijn, dat ik als maker steeds een allesomvattend ding probeer te maken. Ik realiseer me nu ook dat ik dat nooit echt goed bevraagd heb, omdat ik niet benieuwd was naar wat er precies was, omdat ik steeds álles wilde laten zien. Ik blijf als maker hangen in de grote thematieken en de grote gevoelens. Ik blijf uitzoomen en mis het detail dat veel dichterbij komt en veel meer vertelt. Deze processen lopen zodanig uit elkaar dat ik er nu als maker last van heb. Zelfs als ik als maker besluit op een ambachtelijke manier een verhaal te gaan vertellen, als oefening, kom ik er achter dat ik de theorie beheers, maar niet kan toepassen.

Dus focussen op een kleiner ding zou mij misschien wel eens heel erg kunnen helpen. Dat is dan denk ik de volgende stap – van het idee afstappen dat je één groot raam maakt en alles laat zien en wat kleine raampjes gaan bouwen die dingen beter belichten, dat mensen er écht doorheen kunnen kijken. Ik merk dat ik dan ook in het vak, het maken, alles wat ik weet echt moet gaan toepassen, of moet gaan oefenen. Ik bouw te weinig. ‘Ga gewoon maken,’ werd me verteld toen ik in de makershel zat. Ook moeilijk is dat ik me realiseerde dat ik heel lang het ambacht van het maken genegeerd heb, omdat ik het niet zo belangrijk vond. Uit het werk of uit intellect ken ik de theorieën, maar als ik maak gooi ik ze zo allemaal overboord. En daardoor heb ik ze niet in de vingers. Door mijn docentschap merk ik dat het hele vakkundige aspect van structuren, vertellingen, vormen, alles wat we hebben, altijd wat op achtergrond is gebleven en nu denk ik: ‘er zijn zoveel maakprocessen, manieren, antwoorden op waarom je maakt wat je maakt, met wie je communiceert.’

Dus was de vraag: hoe zorg ik ervoor mezelf nieuwsgieriger te maken, te oefenen, gewoon te gaan maken en weer eerstejaars student te zijn, weliswaar met een bibliotheek aan kennis? Ik ben mezelf opdrachten gaan geven en heb mezelf klem gezet: elke week om dezelfde tijd heb ik nu een afspraak met mijn editor en MOET ik hem iets laten zien. Tijdens deze gesprekken krijg ik ook elke keer nieuw huiswerk en dat MOET ik dan gaan doen. Als je aan het werk bent en muziek zoekt, aan het filmen bent, ambachtelijk gaat beeldhouwen, blijft dat getraumatiseerde jongetje weg van het proces, zo heb ik dat nu ervaren. Al makend ontdekken wat ik te vertellen heb, dat is echt een essentiële verandering voor mij – ik wist voorheen altijd al wat ik wilde vertellen, had altijd al een concept. Dus dwing ik mijn studenten nu ook elke week iets aan te leveren: ga maar gewoon schrijven, kwak er maar iets onder, pak je iPhone en spreek wat in. Ik merk dat ze dan ook meer durven te vertellen, meer communiceren en daardoor minder in die trauma’s gaan zitten.

Zelf ben ik nu de documentaire ook gewoon aan het draaien. Om de zoveel tijd vraagt mijn zoontje om een verhaaltje over vroeger en dan pak ik de camera erbij. Vroeger had ik dit veel moeilijker gevonden, zo zonder te weten waar het naar toe gaat. Nu is het makkelijker om gewoon de camera pakken en te zijn, te praten, te mijmeren en ‘niet te weten’. Daarin ontdek ik dat dat veel krachtiger is dan een maker die overal controle over wil hebben, waardoor je denkt ‘ach man, mag ik ook ff zelf’. De grootste ontdekking is nu: het proces is al een onderdeel van het maken! Het maken om het maken levert zoveel meer op.