De noodzaak van onderzoek moet niet de kunstenaar veranderen in een onderzoeker

Alle evidenties omtrent het ‘vak’ van de kunstenaar en zijn positie in de maatschappij steeds opnieuw ter discussie stellen.

De noodzaak van maakonderzoek moet niet de kunstenaar veranderen in een onderzoeker maar alle makers aanzetten om samen met andere makers te komen tot inspirerende resultaten zodat het vak en de positie daarvan voortdurend ter discussie kunnen worden gesteld door en voor makers.

Van Winkel (2006) zegt het als volgt:

Wie wil pleiten voor meer onderzoek in de kunsten, voor meer onderzoek door kunstenaars, zou dat niet moeten doen met het doel om van de kunstenaar een documentalist te maken en van het kunstwerk een transparant medium van verslaglegging. Absoluut zelfinzicht is een fictie. Er bestaat geen artistieke praktijk zonder blinde vlekken. Onderzoek in de kunsten zou een voortzetting moeten zijn van de traditie van de avant-garde, volgens welke de kunstenaar niets als vaststaand gegeven aanvaardt, en alle evidenties omtrent het ‘vak’ van de kunstenaar en zijn positie in de maatschappij steeds opnieuw ter discussie stelt.

Onderzoek in de kunsten is niet van belang omdat de zogenaamde kenniscomponent van het artistieke proces evident is, maar juist omdat die kenniscomponent in het geheel niet evident is. De balans tussen objectiveerbare en niet-objectiveerbare aspecten van de kunstproductie springt voortdurend heen en weer, in een nerveuze wisselwerking tussen bewuste en onbewuste, individuele en collectieve impulsen. De objectieve kenniscomponent van de artistieke productie is problematisch – niet omdat de kunst een puur subjectieve aangelegenheid zou zijn, maar omdat de bepaling van het objectiveerbare gehalte juist de inzet vormt van een artistiek-retorische strijd, die op het scherpst van de snede gevoerd dient te worden. Op dit retorische slagveld kan niemand op zoek gaan naar bruikbare kennis zonder zich – gewild of ongewild – persoonlijk in de strijd te mengen.


Bron: Camiel van Winkel 2006 Flexibele multipliciteiten. Het discours over onderzoek in de kunst. De Witte Raaf, nr 122, juli-augustus 2006.

Verder lezen: een verkorte weergave van de betreffende publicatie van Van Winkel.