Vanuit het verhaal blijven werken aan de muziek, en niet vanuit muzikale genres

Ik hoorde vaag klanken in mijn hoofd. […] Voor mij is dat een signaal dat die scène belangrijk is.

Joost maakt geen muziek op basis van muzikale genres, maar op basis van het verhaal. Hij kan zo goed met het beeld mee componeren dat hij toch aan de norm voldoet als een regisseur een genre voor ogen heeft dat niet per se bij de muzikale ervaring van Joost past.

“Ik was bezig met de muziek voor de film Half Leeg. Deze sombere film gaat over een jongen die zeven jaar over zijn studie economie doet. Hij is vrij cynisch, zit het liefst thuis. In de film volg je hem een heel weekend lang wanneer hij op pad gaat.

Toen ik het script las, riep de scène waarin de hoofdpersoon van de film over straat loopt meteen allerlei associaties bij me op. Het was het moment dat de jongen het niet meer wist. Hij pakte zijn rugzak, stopte er bierflesjes in. Hij vertrok met bestemming onbekend. Ik hoorde vaag klanken in mijn hoofd. Geen muziek, maar meer een soort schijfje, een plakje, een stilstaan in de tijd, een soort harmonisch akkoord of een set akkoorden bij elkaar. Voor mij is dat een signaal dat die scène belangrijk is. Ik omcirkelde nog een stuk of 20 momenten die iets bij me opriepen in het script. Bijvoorbeeld dat de jongen op een housefeest is en hij aan thuis denkt. Dat markeer ik dan: ah interessant! Die scène werd trouwens ook op een andere manier nogal belangrijk omdat de regisseur me vroeg om hier een house-track bij te schrijven terwijl ik geen house-producer ben. Bovendien was de regisseur zelf een echte kenner in dit genre, en kwam hij met muzikale feedback, zoals: ‘misschien kan een hi-hat zo’n patroon doen.’  Ik vroeg hem om dat niet te doen, want dat gaf me teveel druk.

Hij zei: “Maak het zo vet mogelijk, zodat je het gevoel krijgt dat je zelf op die houseparty bent” en stuurde me vervolgens een aantal referentietracks die vol en zwaar klonken en ik dacht: hoe kom ik daarbij in de buurt? Ik heb geen ervaring in dag en nacht aan house-knopjes draaien. Maar gelukkig kon ik voor de sound bij mijn collega’s van Elephant Ears terecht. Ik vond zelf de uitdaging zitten in met die track het verhaal kunnen blijven volgen. Ik componeerde de muziek precies zo in volume, nootlengte en spanningsboog dat het op elk moment het beeld volgde. Het was nodig voor de scene. De jongen moest thuis eindigen, want hij kwam een meisje tegen en die nam hij mee naar huis. Dus langzaam beweeg je weg van dat feest naar zijn kamer.

Ik heb de regisseur nog wel voorgesteld om hier vanwege de house-track eventueel een andere componist voor in te zetten. Er was namelijk nog een artiest/DJ betrokken bij de film, van wie de regisseur muziek mocht gebruiken op andere plekken in de film. Maar hij koos toch voor mijn muziek. Die andere muziek was lager qua tempo, en had niet dat felle van de dansvloer. Bovendien paste mijn muziek precies bij de scene doordat ik het verhaal volgde.

Na deze scène heb ik me makkelijk kunnen opladen om door te werken aan de rest van de film, die verder goed aansloot bij mijn muzikale stijl. Daardoor kwam ik er ook uit, omdat de rest zo dicht bij me lag. Dat bracht me veel plezier en voldoening.”