Observeren en interacteren

Het zit in mijn natuur om zo contact te maken.

Kirsten moet wel echt op de plek leven waar ze werkt. Ze wil een authentieke ervaring hebben van een plek, en niet slechts op bezoek zijn. De prikkel moet bij haar doordringen en urgent voelbaar zijn om er echt iets mee te doen. De verhalen die ze laat ontstaan zijn een reactie op  haar omgeving en het gedrag van de mensen op die plek.

Ik ben een dromer. Ik hou ervan om mensen te observeren. Ik ben altijd een observeerder geweest. Van nature ben ik introvert, dus ik vind het fijn om mensen te doorgronden aan de hand van hoe ze doen, hoe ze lopen, hun lichaamstaal. Het zit in mijn natuur om zo contact te maken. Ik ben niet iemand die direct op iemand af gaat en verbaal contact maakt. Dat observeren vindt overal waar ik me bevind plaats. Dit doe ik automatisch bij alle projecten die ik initieer; die hebben veel met mijn omgeving te maken. Mijn wereld bevindt zich in Rotterdam. Daar woon en werk ik de meeste tijd. Daar heb ik niet alleen mijn studio maar de omgeving inspireert mij ook. De interacties tussen mensen en wat er om me heen gebeurt in Rotterdam zijn eigenlijk altijd aanleidingen van waaruit ik begin te handelen.

Toen mijn partner een auto-immuunziekte kreeg stuitte ik er op dat er geen verklaring was voor die ziekte. Ik wil gewoon begrijpen waarom dat zo is! Dan ga ik intuïtief aan de slag. Omdat hij een longziekte had, was dat voor mij een brug naar lucht: wat is toch die lucht, die ik elke dag consumeer? Die wil ik kunnen vatten. Bovendien spreekt luchtkwaliteitsdata niet direct mensen aan. Want wat zegt dat eigenlijk als het slechts gepresenteerd wordt in getallen? Ik wil de ervaring en de mens daarachter zien en begrijpen: wat is de ervaring van die luchtkwaliteit in relatie tot die data? Wat ik toen uit nieuwsgierigheid gedaan heb, was een absoluut niet wetenschappelijke manier van onderzoeken: ik begon met elke dag een luchtfoto te nemen. Daaraan koppelde ik de data van luchtkwaliteit van dat tijdstip. Dat maakte ik tastbaar door het op een postkaart te drukken. Het was een postkaart met op de achterkant een datavisualisatie van de waarde van de luchtkwaliteit. Als de lucht heel slecht was, was de postkaart op de achterkant ook heel gevuld, zodat er weinig ruimte was om tekst op te schrijven. Zo stuurde ik iedere dag kaartjes via een platform waarmee je postkaarten kan versturen: postcrossing. Op dat platform vroeg ik de mensen: willen jullie me een postkaart terugsturen en wil je schrijven hoe je je lucht ervaart, daar waar jij leeft? Zo heb ik dus Rotterdamse lucht de wereld in gestuurd en ik kreeg allemaal verhalen terug van mensen uit China, Rusland, Europa. Van de kaarten die ik terugkreeg ging ik data verzamelen en vergelijken. Dat deed ik door de datum en locatie van de postzegel te vergelijken met de data over luchtkwaliteit die online te vinden was. Al deze gegevens ging ik verzamelen en in die hoeveelheid keek ik naar parallellen en condities. Ik gebruikte dus het post-crossingplatform om iets wat niet grijpbaar is, grijpbaar te maken. Ik moest veel de wereld insturen om veel terug te krijgen. Eén van de reacties was een brief van mensen uit Thailand. Zij waren zich bijvoorbeeld heel bewust van de luchtkwaliteit van hun woonplek. Ze konden heel goed benoemen waarom en hoe dit bepaalde luchtverschijnselen verklaarde: de lucht is nooit meer blauw.”

 

Ga naar meer over dit project.