Zin doet maken

Zodra het kan denk ik: misschien kan ik iets leuks voor die volgende opdracht bedenken.

Nina gebruikt het verloop van haar ‘zin’ in een project als overgangsfase van het ene project naar het volgende. Het uitvoerende deel van production design vindt ze minder leuk, dus dan doet ze alvast onderzoek naar het volgende project, waardoor dat steeds meer gaat leven.

“Ik deed de production design voor de kinderserie De regels van Floor. Hoewel ik een andere opdracht nog aan het afronden was, speelde Floor door mijn hoofd. Dan begint het al te leven. Voor die andere opdracht zat ik in de uitvoerende periode. Dan ga ik in het werk ontwijkend gedrag vertonen door me te verdiepen in andere projecten. Daar heb ik veel meer zin in dan. Zodra het kan denk ik: misschien kan ik iets leuks voor Floor bedenken, terwijl ik eigenlijk dingen moet bellen voor een of andere draaidag voor morgen. De hoofdpersoon is een meisje van tien. Wat weet ik eigenlijk niet? Hoe ziet het leven van een tienjarige er uit? Dat ga ik onderzoeken: Films van meisjes van tien kijken, maar ook echte meisjes van tien, dat is echt een verschil. Ik ging langs bij mijn nichtje van die leeftijd, kijken in haar kamer. En ik ging het indelen: uit welke onderdelen bestaat dit? Daarna ging ik vragen aan de regisseur hoe hij dat voor zich ziet.

Naast het bezoek aan mijn nichtje ben ik ook bezig met het verzamelen van informatie en plaatjes om een overzicht te maken van haar ideeën. Ik begin meteen met nadenken en verzamelen. Er is dan nog veel ruimte, omdat er nog geen duidelijke eisen zijn van de regisseur. Ik heb het nodig dat er de vrijheid is dat alles mogelijk is, dat moet ik even voelen. Het kan nog alle kanten op. Bovendien waren toen de scriptjes nog niet af, waardoor er nog ruimte was om mee te denken over de karakteromschrijving en details. Veel is daardoor ook ontstaan tijdens het zoeken naar locaties. De zin voor een project loopt tijdens dit uitzoeken steeds meer op, en pas tijdens het uitvoeren begint mijn interesse weer een beetje weg te zakken.”