Bewust werken met verwachtingen en (rand)voorwaarden

Ik had al mijn ideeën, associaties, en materialen opgeschreven en naast de vereisten voor de subsidie gelegd.

Suzanne haalt veel plezier en energie uit het verzinnen van ideeën – maar tegelijkertijd is zij zich sterk bewust van wat een opdrachtgever verwacht en verlangt. Daar hoeft ze niet zozeer haar eigen plannen op aan te passen, maar wel hoe ze die communiceert. Op de hoogte zijn van wat ‘hip’ is, en welke thema’s in trek zijn in haar veld, helpt haar bij het binnenhalen van opdrachten én waardering.

Ik kreeg een kans om te pitchen voor een opdracht, maar… veel tijd en informatie had ik niet. Een paar dagen waren er maar om voor te bereiden, en het enige wat ik wist was dat het ging om een basisschool met vijfhonderd leerlingen. Het is een dunne basis, maar alsnog begrijp ik dan wel zo’n beetje wat een opdrachtgever wil horen. Voor het gesprek heb ik allerlei filmpjes en tabbladen klaargezet op mijn laptop. Zo kon ik vertellen wat ik gedaan heb en hoe ik werk, en ze dan ook meteen visueel meenemen in mijn verhaal.

In dat gesprek werden de voorwaarden al wat concreter. Er was twaalfduizend euro; er waren twee scholen; het moest een muziekproject zijn, maar wel anders dan anders. Er moesten nieuwe muziekstijlen verkend worden door workshops en activiteiten. Oh, en de docenten moesten er óók nog wat van leren! Vanaf dat ik deze informatie kreeg, had ik nog vijf dagen om een projectplan aan te leveren.

Gelukkig had ik meteen een idee, namelijk een escape room. Samen met een vriendin had ik dat al klaarstaan; we hadden het willen uitvoeren maar dat ging toen niet door. Die vriendin is al helemaal gewiekst: als ze iets moet ontwerpen, dan neemt ze gewoon een concept dat hip is, en dan doet ze dat. Werkt altijd…

Toen ik dit plan ging schrijven, wilde ik gebruik maken van een hele stapel ideetjes die ik nog had liggen. Dan keek ik ook telkens terug naar het lijstje voorwaarden om te checken met welke voorwaarden en beperkingen ik te maken had. Dus ik had al mijn ideeën, associaties, en materialen opgeschreven op papier. Daar legde ik de vereisten voor de subsidie naast en die liep ik af, en bij elke vereiste ging ik kijken: Welk element zou hieraan kunnen voldoen? Ik ging kijken naar de praktische kant omdat ik de hele school moest betrekken, voor ik er exacte invulling aan ging geven. Ik ging puzzelen hoeveel docenten ik zou kunnen inhuren en wat is er dan praktisch haalbaar met zo veel leerlingen en klaslokalen. Maar ook de vereisten van de subsidievertrekker werden meegenomen. Techniek is bijvoorbeeld belangrijk in mijn werk, en dat doet het altijd goed. Ook werd de subsidie vertrekt als er innovatie en muziek in zouden zitten. 

Ik heb ook veel ervaring in het (speciaal) basisonderwijs. Daardoor weet ik wat de trends zijn en wat ze zoeken. Vakoverstijgend onderwijs bijvoorbeeld! Muziek krijgt door dit project een plek in het ‘normale’ klasonderwijs, en we verbinden het met allerlei andere activiteiten. Het is dus niet zo dat ik dat vakoverstijgende als uitgangspunt heb genomen en daarop ben gaan zitten puzzelen, want veel van mijn ideeën had ik juist al. Maar als ik die ideeën bij elkaar ga nemen, dan zie ik wel meteen dat zo’n kernwoord er in terugkomt, en dat zal ik dan ook zeker noemen als ik een plan schrijf!