Het werk laten onderbreken door het dagelijks leven

Het lukte me om de dans vast te houden, terwijl ik telefoontjes beantwoordde.

In het boek Dans! Denk! schrijft Désanne van Brederode over het leven en werk van Krisztina de Châtel. In dialoog met de choreografe schrijft ze over de manieren waarop Krisztina ruimte maakt, soms een poosje alleen moet zijn, zoals zoveel mensen met een kunstzinnige beroep. Tegelijk houdt Krisztina tijdens het werken de deur voor het dagelijks leven altijd op een kier. Zelfs als ze middenin een repetitieperiode zit.

“Eigenlijk gaat het altijd maar door, dit werk. En als er iets aan de hand is, wil ik er onmiddellijk het fijne van weten, want dat scheelt uiteindelijk een hoop gepieker. Moeilijke trek van mij: juist omdat ik hier in mijn eentje zit, kunnen mijn gedachten en fantasieën enorm met me op de loop gaan. (…)

Zelf laat ik mensen nooit wachten. Snel de dingen afhandelen zie ik als mijn plicht, die evenzeer verhindert dat ik ga tobben, bijvoorbeeld bij de gedachte aan wat er allemaal nog moet gebeuren. Misverstanden teleurstellingen, wederzijds – ze mogen geen kans krijgen.

Inderdaad, ook midden in het vormgeven van een nieuw stuk, midden in de repetitieperiode sloot ik me nooit voor de buitenwereld af. Het lukte me om de dans vast te houden, terwijl ik telefoontjes beantwoordde, op vragen inging, me met subsidiekwesties bemoeide en bleef informeren naar een een vriend of vriendin in moeilijkheden, soms was het zelfs een welkome afleiding. Ook als ik me had geërgerd, omdat ik weer eens werd gestoord. Door de ‘inbreuk’ werd ik gedwongen een werk in wording tijdelijk los te laten, en het kon gebeuren dat ik na zo’n incident opeens wist hoe ik verder moest, of dat me zelfs een heel nieuwe aanpak te binnen schoot. Gespannen, moe, ’s avonds toch nog maar wat oefenen, gewoon hier in de kamer… En dan plotseling wist ik: morgen moet ik dit en dit veranderen, daar wordt het stuk veel sterker van. Waarmee ik absoluut niet wil beweren dat het leuk is, zelfs nuttig is om je uit je concentratie te worden gehaald. Maar als het dan toch gebeurde, dan bleek het heel vaak een blessing in disguise: wat stom dat ik niet eerder op dit idee kwam!”


Deze selectie van fragmenten is gemaakt door Arja Veerman op basis van het boek: Désanne van Brederode (2017). Dans! Denk! Leven en werk van choreografe Krisztina de Châtel. Uitgeverij Querido. (pp. 59-60)