Het omgaan met kaders bij het werken in opdracht: een werkvorm

Heb je je zelf ook een opdracht gegeven?

Stel dat je altijd in opdracht werkt. Wat betekent dat voor je maakproces? Muziektechnologen Sebastian  en Joost maakten naar aanleiding van hun maakonderzoek een oefening voor (beginnende) makers en studenten. Dit koppelden zij aan de bevindingen vanuit een aantal makersdialogen van de werkveldgroep Maakonderzoek Componisten & Sound Design. Wanneer je deze werkvorm wilt gebruiken voor andere vakgebieden, zoek dan in ronde 4 naar passende makersmanieren of vraag de deelnemers om dit te doen.

Door studenten of (beginnende makers) de volgende opdrachten te geven en deze na afloop na te bespreken, worden zij zich meer bewust van wat het werken in opdracht betekent voor hun maakproces. Hoe kadreren zij hun werk, welk limitaties laten zij zich opleggen? Hoe internaliseren zij hun eigen eisen en verwachtingen?

Ronde 1. Opdracht 

Teken een boom. Je mag zelf weten hoe deze eruit ziet.

Ronde 2. Opdracht

De zon schijnt. In de tuin staat een appelboom. De boom heeft een bruine stam met 12 takken en 20 groene bladeren. Aan de boom hangen 14 appels. Teken deze boom.

Ronde 3. Bespreken van de opdrachten  

  • Welke onbewuste of bewuste keuzes heb je gemaakt?
  • Hoe heb je de opdracht opgevat?
  • Heb je jezelf een opdracht gegeven (“geïnternaliseerd” opdracht)?

Ronde 4. Vergelijk jouw werkwijzen met die van andere makers 

Vergelijk jouw manieren van kaderen, vanuit jezelf en vanuit de opdracht, met de manieren waarop andere makers dat doen. Hoe komen verschillende voorwaardes samen, zoals: je eigen eisen en verwachtingen, de verwachtingen van een klant, het werken vanuit je ervaringen, je verhouding tot het werkveld?

Kaderen van binnenuit Omgaan met kaders van buitenaf
Als Roel een project aangaat heeft hij van tevoren een lijstje in zijn hoofd van wat hij uit dit project wil halen. Hij wil zich namelijk graag ontwikkelen door nieuwe dingen uit te proberen of zichzelf uit te dagen. (Roel) Roel probeert altijd de klant tevreden te houden, ook als dat betekent dat je soms concessies moet doen. Roel was genoodzaakt zijn akoestische organische compositie te veranderen in een elektronisch stuk. “Ik kon er mijn ei niet in kwijt, maar het is toch een uitdaging om iets te schrijven wat de opdrachtgever wil.” Om de samenwerking niet te verpesten zorgt Roel dat hij dan meebeweegt en zijn gevoel wel weer kwijt kan in een ander project. (Roel)
Ik wil niet alleen snappen waar een scène over gaat, maar ook voelen waar die scène over gaat (…). Ik wil een empathische reactie voelen als ik de film zie, of bij mezelf oproepen door context op te zoeken. (Karl) Bij nieuwe samenwerkingen probeert Salvador meer te werken met referentietracks en vanuit bestaande dingen om daar zijn werk aan te spiegelen. Hij probeert altijd te weten wat de ander mooi vindt van die muziek, en de essentie te pakken. (Salvador)
Als hij muziek voor film componeert, moet het altijd een verhaal met een goede of gesloten muzikale afsluiting worden. Johan wil het liefste prachtige melodieën schrijven waar gevoel in zit, zodat hij emotioneel wordt. Zijn voorkeur gaat uit naar melodieën en emotie in films. (Johan) Zijn voornaamste opdrachten zijn voor radio, waarvoor hij klankcollages, jingles en abstracte sounddesign maakt. Hij werkt dan vaak vanuit een specifieke briefing van de opdrachtgever of vanuit een reference track. (Sebastian)
Joost weet vaak al van tevoren hoe hij iets wil laten klinken. Maar hij is er bewust van dat kwaliteit voor hem heel anders kan zijn dan voor de opdrachtgever. Joost zoekt een balans tussen leveren wat er van hem gevraagd wordt en een uitdaging formuleren voor hemzelf. (Joost) In het begin hebben ze over muziek gesproken die ze tof vonden, voor ruim een maand hebben ze geskyped en over muziek en films gesproken die de regisseur interessant vond. Ze kwamen uit bij Thomas Newman. Door deze gesprekken had Karl het gevoel dat hij wist wat de bedoeling was. (Karl)

Ronde 5. Terugkoppeling

Bespreek de volgende vragen in de groep. Uiteraard kun je deze vragen ook aanpassen en uitbreiden, op maat:

  • Heb jij persoonlijke eisen waarin je werk moet voldoen? Hoe bewust ben je je hiervan?
  • Hoe bewust ben jij je van jouw interpretatie van een externe opdracht?
  • Hoe belangrijk is jouw eigen kader en stap je er wel eens buiten?
  • In hoeverre zie je jezelf bij eigen werk als een ‘externe’ opdrachtgever?

Met dank aan Sebastian Schatz en Joost van ’t Hoff en de andere makers van de werkveldgroep Maakonderzoek Componisten en Sounddesign, te weten: Roel Slootman, Salvador Breed,  Karl Heortweard, Johan van der Voet, Suzanne Ypma, Arnoud Traa.