Genieten van de verrassingen van een nieuwe techniek
Stijn werkt met een relatief nieuwe techniek: design voor 3D-printers. Dat betekent dat de markt nog klein is, en dat je veel moet uitvogelen, maar ook dat elk foutje nog een spannende verrassing kan zijn.
“Ik ontwerp designs voor 3d-printers die klanten kunnen kopen om zelf uit te voeren. Dat is relatief onontgonnen terrein. Een belangrijk deel van het werkproces is online onderzoek; wat zijn goede en effectieve technieken? Omdat ik niet de enige ben die pioniert in dit gebied, heb ik me aangesloten bij groepen op Facebook, voor mensen met dezelfde interesse, en daar kan ik bijna alle informatie die ik nodig heb vinden. Iedereen gooit daar verhalen op over waar ze mee bezig zijn en hoe. En dat is aanleiding voor veel experimenten, en daarom gebruik ik het materiaal PLA. Dat is gewoon zetmeel. Je kunt het vergelijken met een A4-tje: je kan heel veel fouten maken want het is simpel en goedkoop. Zelf gebruik ik meestal een goedkoop consumentenmodel 3d-printer voor mijn testen, daarmee moeten mijn klanten immers ook kunnen werken.
Experimenten leiden tot verrassingen. Omdat de techniek nieuwer is, zijn er veel onverwachte uitkomsten, en zijn veel verrassingen ook welkom. De 3d-printer bouwt het product in laagjes op, maar soms gaat er een laag fout. En dan denk ik vaak, wat een mooi ding! Dat is een toeval dat je nodig hebt. Soms raakt een product los uit het klemmetje en blijft het apparaat doorprinten maar dan net op de verkeerde plek, en zit ik met een heel breiwerk omdat het constructieplan niet meer klopt. Of de PLA is onverwachts op en het stopt ineens.
Ik werk met digitale schetsen. Die schetsen, op een plat scherm, laten zich niet altijd goed vertalen naar de bouwmechanismen van de 3d-printer. Dan zit ik soms compleet naast de verhoudingen, waardoor bij het geprinte object bepaalde onderdelen helemaal uit proportie kunnen zijn, wat weer interessante vondsten oplevert. Als de printer print, kom je op nieuwe ontdekkingen. Op gegeven moment gaat een kunststof bijvoorbeeld krom trekken. Hoe kan ik die bodem zo maken dat hij niet kromtrekt? Soms is het interessant als hij juist wél kromtrekt. Dat kun je niet verzinnen, maar alleen tegenkomen. Zó mooi!”