Losse beeldelementen schuiven om een vertelling te componeren en betekenis te genereren

Het bij elkaar plaatsen en daarmee een verhaal of vertelling maken, dát is het werk.

Astrid werkt nooit met losse beelden. Zoekend naar een onderliggende relatie, is ze continu met beelden aan het schuiven. Al in een vroeg stadium van het proces verzamelt ze afbeeldingen en vlugge kiekjes op een muur waar ze mee schuift en die ze één voor één omzet tot een volwaardig fotografisch beeld. Zelfs als de foto’s af zijn en een serie moet worden samengesteld voor een tentoonstelling, blijft het een geschuif tot de juiste selectie tot stand is gekomen waarin een nieuwe betekenis besloten ligt, die niet in de afzonderlijke beelden te vinden is. 

“De selectie voor de serie die ik momenteel exposeer bij een restaurant, is gedeeltelijk ontstaan door het speuren door mijn eigen archieven op de computer, met door mij gemaakte foto’s. Ik heb het in mappen staan of op serie, er  zit van alles in. Beelden die eerder in een tentoonstelling zijn gekomen, maar ook werken die ik heb afgekeurd. Dat zit in een bulk, per tijdsperiode. Als ik vanuit dat zoeken uiteindelijk een selectie aan beelden heb gemaakt, print ik ze allemaal uit op hetzelfde formaat. Dan ga ik schuiven en kijken wat beelden met elkaar doen en hoe ze op elkaar reageren. Afhankelijk van welke beelden naast elkaar kunnen, print ik de foto’s uit op een ander formaat. Uiteindelijk is het een gepuzzel met printjes op verschillende formaten.  

“Ik heb ook een plattegrond van de muren van het restaurant gemaakt. Daarbij hou ik rekening met de aanwezige lichtbalken en wat er op die muur in die ruimte past, en welk formaat foto deze muur vraagt. Maar sommige beelden moeten ‘gewoon’ groot. Dan is er een eigen maat, die het best passend is bij dat beeld. Dat heeft ook te maken met de relatie tussen vorm en inhoud. Die vertelling, die zit al in die  beelden, maar hoe je ze ten opzichte van elkaar plaatst kan heel veel uitmaken voor de essentie. Dat ligt ook in het formaat, daar heb ik nu in gevarieerd. Dat betekent niet dat de grote belangrijker zijn dan de kleine. Het grote beeld geeft meer een setting weer en het kleine beeld zou iets kunnen zijn als een voetnoot erachter, het verhaal zelf speelt zich misschien wel buiten de beelden af. Het is niet een letterlijke vertelling waarbij de dingen bij elkaar horen en een verhaal vertellen. Het is een poëtisch werk dat associaties kan oproepen. De beelden zijn uit hun context getrokken, waardoor ze iets nieuws gaan vertellen. Het is meer een stemming die de beelden samen oproepen. 

Zo ontstaat er een relatie tussen de beelden, waardoor er een serie ontstaat die in een tentoonstelling kan worden gepresenteerd. Door voortdurend zo met beelden te schuiven, kan een beeld ook weer onderdeel worden van andere series.”