Verzamelen, opruimen en schoffelen
Albert heeft een specifieke manier van werken aan het begin van een project. Verzamelen, opruimen, screenen van eigen werk: dat werkt voor hem als het opruimen van een kast.
“Wanneer ik aan een stuk wil gaan werken, ga ik de eerste dag verzamelen en opruimen. Dat begint met het screenen van eigen stukken die me op een idee voor het stuk-in-ontwikkeling kunnen brengen. Dit werkt als het opruimen van een kast. Het gaat niet alleen over letterlijk opruimen, maar ook over de fysieke ruimte vertrouwd maken om te kunnen werken en het beluisteren van mijn eigen werk. Het gaat bij dat laatste om dit wel, dit niet-gevoel op basis van associatieve kenmerken: ritmisch, gelaagd, te zwaar, lichtheid, lekker. En vervolgens laat ik het liggen. Alles gebeurt onderbewust: de lading vanuit de onderhandeling, opdracht en beperkingen loopt de hele tijd mee, maar wordt niet bewust gemaakt of geëvalueerd. Alles is niet echt op-zoek-naar maar iets om energie vrij te maken; ‘find a place to trust and try trusting it for a while’. Het is een mentale vorm van voorwaarden scheppen; schoffelen, gedachteloos en richtingloos om je onderbewuste de ruimte te geven om aan de slag te gaan. Het stuk zweeft al rond, ik hoef het alleen nog maar te vangen.
De dag erop ga ik aan de slag. Aan het begin hiervan is er echter al de lading vanuit de vorige dag maar ik ga nu gevoelsmatig wandelen door onbekend gebied zonder hier actief mee bezig te zijn. Dat is het moment dan ik niets weet en ik voel dat alles mogelijk is, grenzeloos. Er liggen dus beperkingen in de randvoorwaarden maar daarbínnen zijn er geen beperkingen in het gevoel.”