Waarom Bloom het niet doet voor het kunstonderwijs
In het onderwijs wordt nog steeds geregeld gewerkt met de taxonomie van Bloom. Met behulp van deze al decennia oude taxonomie kun je lessen ontwerpen en niveau’s in leren aangeven. Maar voor de kunstonderwijs werkt dit niet.
De klassieke taxonomie van Bloom is al decennia oud, maar wordt nog vaak gebruikt. En ook al zijn er wel variaties op dit sterk cognitief gerichte model, het verschijnt nog steeds in werkstukken, projecten en afstudeerscripties. Ook bij studenten in de opleiding Kunsteducatie.
Toch past dit model helemaal niet bij hoe kunstenaars en ontwerpers werken: hun manieren van maken verlopen helemaal niet in een soort opbouw van eerst begrijpen, dan toepassen, dan analyseren en evalueren voordat er kan worden gemaakt. Het begínt juist vaak met het maken, en verloopt dan op allerlei manieren via een min of meer reflexief proces. Niet zozeer het denken, maar ook het doen en voelen is daarbij belangrijk, vaak in alle complexiteit en verwevenheid. En dat leer je niet door op school de boel eerst op te delen en in stukken te knippen.
Voorbeeld: misschien ben je wel een kei in het analyseren en bespreken van literair werk, en heb je dat op ooit school geleerd. Betekent dat dan ook dat je zelf literair werk kunt maken? Welnee. Het een hoeft zelfs helemaal niet in relatie tot het ander te staan.
Kortom: leg Bloom aan de kant en verdiep je in wat werkelijk nodig is om te (leren) maken. Er is een andere weg nodig, die via het maken naar het leren gaat, en niet andersom.
Verder lezen: ga naar de plaats van cognitie in veel theorieën over creativiteit.