Stagnatie oplossen door samenwerking

Ik geef gewoon een ram op die piano, bekijk het maar.

Johan stagneerde in het proces van muziek schrijven voor een horror-speelfilm. De regisseur wilde rauwe geluiden horen waardoor al het melodieuze materiaal van Johan, en tevens zijn houvast in de film, werd afgewezen. De herinnering aan het geluid van een vallende piano sample die in de smaak viel bij de regisseur triggerde hem om realtime het geram op een piano op te gaan nemen en zo na stagnatie weer in beweging te komen.

“Ik werkte laatst aan een spannende speelfilm waar ik de muziek voor schreef. Het begon allemaal met een bezoek van de regisseur in mijn studio in Den Haag. Tijdens het bezoek heb ik achter de computer muziek laten horen die ik had gemaakt en heeft de regisseur sfeerbeelden en stills laten zien. Ik had ook sfeergeluiden voorbereid, bijvoorbeeld een vleugel die naar beneden valt, uit een sample library. Hij werd enthousiast van die kille en koude geluiden. Volgens mij heeft eigenlijk die vallendepiano-sample er voor gezorgd dat hij dacht: “Dit kan wel eens wat worden”.

Op een gegeven moment is er in de film een scène waar de cello het hoofdthema speelt. Deze compositie werd afgewezen door de regisseur en dat was voor mij een pijnlijk moment. Ook moest ik een dwarsfluitmelodie schrappen, omdat de regisseur het geluid te lieflijk vond. Ik wilde contrast opzoeken en mooie melodieën componeren, maar de regisseur wilde meer rauwheid. Vervolgens bleven lage strijkers en een contrabassen over. Toen trad er stagnatie op in mijn proces. Al mijn melodieuze materiaal was afgekeurd, waardoor ik mijn houvast verloor. Ik dacht: dit is het dan… dit gaat nooit meer wat worden… Maar ik moest muziek gaan opnemen. De deadline kwam snel dichterbij en ik had meerdere scènes te doen. Ik moest vooral nog een scène van zeven minuten af zien te krijgen die functioneerde als een climax van de film, maar ik wist echt niet meer wat ik daar nou mee moest.

Ik dacht: “bekijk het maar met die film!” Het kan best zo zijn dat toen ik op dat dieptepunt zat, dat die frustratie mij misschien wel terug bracht naar het allereerste begin. Als de regisseur dat geluid van die kapot vallende piano zo leuk vond, dan kan het heel goed zijn dat ik dacht, “ik geef gewoon een ram op die piano, bekijk het maar”. Vervolgens heb ik microfoons aangezet bij de piano. Ik heb het pedaal ingetrapt en letterlijk op de kast zitten slaan. Met een drumstick sloeg ik op die snaren en het boeide me niet wat er uit kwam. Ik zat gewoon herrie te maken. Omdat het muzikaal niet meer lukte, ging ik dus eigenlijk de sound design in. Wat ik zelf wel heel gaaf vind is als je het pedaal intrapt van een piano, en je geeft er een klap op, dan krijg je die resonantie. En dat is eigenlijk wat ik in eerste instantie heb gedaan. Ik heb dat opgenomen en ik heb er vervolgens niet eens meer naar geluisterd. Ik heb dat onder die scene geplakt en het project gesloten. Twee dagen later kwam de regisseur langs en vroeg: “heb je nog wat?”

Ik heb het geram op die piano laten horen. En daarvan zei de regisseur: Dat is hartstikke gaaf! Hij moet hebben gezien dat ik even “shut down” was, dus hij werd zelf creatief. Hij zei, deze sounds zijn te gek, en daar wordt het in de film heel eng. Is het dan een idee om die melodie van die cello daar nog een keer overheen te doen. Nou mij boeide het op dat moment niet meer. Dus dan zeg je, “dat kan, laten we dat eens uitproberen.” Dus ik pak de cellolijn uit een ander stuk en ik copy-paste dat. De regisseur vond dat wel goed werken. Tja, het paste muzikaal voor mijn gevoel niet bij elkaar, maar het past wel binnen het geluidspalet van de film. Het ging natuurlijk ook maar om zeven minuten uit een film die 90 minuten duurt.

Vervolgens kwam ik het dode punt voorbij. Laten we zeggen dat het één/twee dagen heeft geduurd. Toen maakte ik het af. Ik heb toen een aantal elementen uit de rest van de film gepakt en daarmee gearrangeerd om het coherent te maken.”

 

Ga naar het vervolg hiervan.