Experimenteren om te verzamelen, verzamelen om te experimenteren
Salvador put bij het komen tot een eerste versie uit zijn verzameling van geluiden en technieken. Hij vult deze verzameling steeds weer aan door te experimenteren.
“Ik moest bijvoorbeeld eens “de Void” maken, de grote leegte met de potentie van materie die ontstaat. Wat ik toen gedaan heb is dat ik een opname die ik eerder gemaakt heb van vuur nam. Het hout was vrij nat, dus het knetterde heel erg. Dat geknetter ben ik gaan “gaten”. Door deze techniek krijg je tikjes. Die ben ik onder allemaal midinoten gaan zetten en toen heb ik het door een random arpeggiator afgespeeld. Dan kan ik de tikjes in de ruimte random afspelen en daar een soort instrumentje van bouwen. Knetterend vuur wat je “gate” heeft elke keer net een andere dynamiek, je kan het niet echt definiëren en als je het wat verder weg in de ruimte plaatst, dan is het zeg maar niks. Je kan mensen in een ruimte zetten die niet bewust zijn van hun gehoor en ze hebben niet door dat er iets speelt. Op het moment dat het een grotere dichtheid krijgt, dan pas beginnen mensen het te herkennen als een vorm.
Ik heb veel opnames en techniekjes. Nu ga ik bijvoorbeeld naar China en dan neem ik mijn drumcomputer mee en een aantal boeken en mijn laptop en dan ga ik gewoon geluidjes opnemen en lezen en sporten.
Met Stijn werk ik ook veel samen. Als ik met hem ben, dan ben ik gewoon lekker geluiden aan het maken. Hij heeft ook een hele database. Dan heeft ie weer een nieuw algoritme en dan gaan we die database daar doorheen duwen. Dan klinkt het nergens naar en dan gaat hij het een beetje bijcoden en dan klinkt het in één keer supervet.
Een verschil wat dit betreft in het werken met Philip (architect) is dat ik bij hem op locatie sta en dan moet er binnen een paar dagen wel een werkende installatie staan. Je hebt een bepaalde verantwoordelijkheid dus ik denk dat ik dan nog iets meer gefocust bent om de hoeken te vinden en waarschijnlijk meer terugval op de dingen waarvan ik weet dat ze werken.
Met Stijn is er wat meer ruimte. En daar vind ik vaak die dingen waarvan ik dan later weet dat ze werken.”