Rommelen en aanmodderen
Regelmatig gebruikt Annemiek bekenden als modellen voor haar portretten. Als Annemiek te veel vooraf in haar hoofd heeft hoe ze iemand wil afbeelden, loopt ze vast. Door openheid te bewaren en pas achteraf het werk te duiden of alleen één duidelijke richting te hebben is ze hiertoe in staat.
“Deze heb ik vanuit het schilderen gemaakt. De ondergrond was donker en ik heb eigenlijk alleen maar licht erin gezet. Dit was een werk dat ik in 2 uur afgemaakt heb. Maar daarvoor heb ik echt lopen rommelen. Dus het succes, dat het lukt, dát is voor mij waar het maken in gebeurt. Dat aanmodderen bij dit werk gebeurde omdat ik het model, die ik persoonlijk kende, niet kan losmaken van hoe ik hem op het werk wilde. Dus ik was te veel bezig met het beeld, de foto en het werk zelf, hoe ik het zou krijgen. Het moest te veel hém worden. Op een gegeven moment kon ik dat loslaten en toen heb ik het in twee uur gedaan. Ik was te veel bezig met hem te portretteren. Toen ik dát los kon laten kon er een portret komen. Dat is dat na-jagen.. Het is niet alleen een portret van hem, maar ook een portret van mij. Maar dat zijn al mijn portretten, die zijn ergens ook zelfportretten. Maar hoe precies? Dan ga je weer zo’n verhaal krijgen, maar daar gaat het niet om. Dit werk heet reflection, en misschien gaat het wel over het mannelijke en vrouwelijke in iedereen. Ik ga niet meer jagen, maar het is wel in daadkracht, beweeglijk, actief. Maar dat kan ik nog niet uitleggen.“