Analyse en synthese voor en in een speelveld van referenties

Geen enkel stukje muziek is perfect!

In opdrachten komen de opdracht-gevende regisseur en Ivo beiden met referentietracks om te illustreren wat ze een goed idee vinden voor de muziek. Ivo probeert vervolgens te begrijpen waarom bepaalde referenties worden aangedragen. Als er slechts één referentie is, zet Ivo er altijd een paar tegenover, omdat hij geen stijlkopieën wil maken. Geen enkel stukje muziek is perfect! Er zit iets in dat werkt, maar wat zouden we daaraan kunnen toevoegen om het beter te maken?

“Voor een opdracht voor een commercial voor een wasmachine hadden we drie referenties op tafel voor een track: Also sprach Zarathustra van Richard Strauss, een muziekstuk dat ik twee jaar eerder gecomponeerd had en een idee voor vocale muziek lijkend op het Ave Maria van Schubert. De eerste optie was te duur om te licentiëren, het tweede stuk had ik al eerder gemaakt, dus richtte ik me op de vocale muziek. Ik dacht toen ook: volgens mij kan dat ook wel mooi worden, zo’n gedragen vocaal. Dus dat ga ik lekker maken en ze laten horen hoe tof dat wordt! Creatief gezien waren de vocalen de interessantste route. Ik vond het wel lastig, want de referentietrack Ave Maria is zo bekend! Maar het was het beste voorbeeld van een gedragen vocaal dat ze konden vinden.

Toen heb ik eerst iets bedacht om mijzelf een beetje weg te krijgen bij dat ene voorbeeld. En ook om het ook wat uitdagender te maken. Ik ken een paar liederen van Richard Strauss die ik heel mooi vind. Is dat ook niet de moeite waard? Uiteindelijk is de kern van mijn werk: dat ik het heel boeiend vind om muzikale puzzeltjes op te lossen en nieuwe muziek te maken. Dat kon in dit geval dus maar bij één van die drie opties. Daar zat een trigger in voor mij, een aanknopingspunt, iets wat me inspireert… Op dat moment leek het me ook de meest veelbelovende richting voor deze film. Maar één referentie is te weinig. Geen enkel stukje muziek is perfect! Ik kwam toen op de combinatie van Ave Maria en Strauss doordat ik ben gaan denken: welke andere dingen kan ik hier aan koppelen zodat ik niet helemaal in dat ene spoor van dat bekende stuk zit? Dan is het niet zo’n lange weg om te kijken welke vocale muziek ik zelf mooi vind. Daarbij zoek ik naar een artistieke, esthetische kern.

Toen ben ik klassieke analyse-synthese gaan doen waarbij ik een paar van mijn favoriete Strauss-liederen ben gaan uitzoeken. Dat heb ik ook met Ave Maria gedaan. Ik ben met opnames van Ave Maria en Strauss en bladmuziek in de kleine opnameruimte in mijn studio achter de piano gaan zitten. Ik heb hele wendingen uit de stukken gehaald; elementen en stijlkenmerken die ik persoonlijk mooi vind door aantekeningen te maken: dit werkt, dit is leuk. Ik ging op zoek naar karakteristieken van die stijlen, uitgedrukt in elementen. Welke legosteentjes-combinaties zorgen ervoor dat ik dit een mooie passage vind? Ik zocht naar wendingen en melodieën. Wat voor sprongen en bogen en frases zijn dat dan? Daar maakte ik aantekeningen over in een vrij slordig notenschrift – ik kan het lezen, voor een buitenstaander is het misschien lastig te lezen.

We werken van grof naar fijn, dus dan kan je niet één keertje met elkaar praten en dan met 2 of 3 stukken aankomen. Er zijn best veel dingen mogelijk. Het is helemaal niet de bedoeling dat één van de 30 of 40 referenties die kort de revue kunnen passeren het wordt want dan zit je met een stuk muziek dat je na moet maken. Maar het moet gaan van: hé we hebben een paar dingen gehoord met zang. Dat werkte, maar er zit ook iets in wat we niet fijn vinden. Verder werkt deze andere track zonder zang op een ándere manier ook heel goed. Dát is het gesprek dat je wilt hebben.

Wat ik dan probeer te doen is op een abstracter muzikaal niveau te bedenken: wat zijn dan die dingen? Is het voorstelbaar dat je een nieuw stuk maakt dat die kwaliteiten combineert? Je kunt het altijd wel doen, maar het wordt niet altijd een goed stuk muziek.”

Toch moest de muzikaal puzzel opgelost worden: het combineren van twee stukken van gerespecteerde componisten. Moet je dat nou husselen en onder een commercial stoppen? Dat is nu wel wat ik aan het doen ben! Een zekere aarzeling zit daar wel in. Maar als ik het ga doen, is het vooral gewoon mijn fascinatie voor die muziek en voor de muzikale puzzel om er bouwstenen uit te halen om iets nieuws mee te maken. Want: hoe zet je het weer in elkaar zodat er iets anders ontstaat? De synthese, het componeren, dát is de puzzel. Toen kwam er een moment dat ik een kiem van iets eigens begon te vinden, een begin van een melodie. Ik vond een melodie die een aantal van de dingen die ik mooi vond aan de stukken die ik had geanalyseerd, verenigde. Die ben ik gaan uitwerken. Dat gebeurde min of meer in een flow, in één concentratie.”

Ga naar het muzikale verzamelwerk voor dit project.