Het zoeken van een tussenstaat tussen autonoom en toegepast
In zijn schilderpraktijk maakt Sander niet alleen tweedimensionale schilderijen. Hij zoekt de grenzen op van het schilderij, ook in functionele zin. Een schilderij is niet alleen tweedimensionaal, maar kan ook driedimensionaal en zelfs een functioneel object worden.
“De grenzen van schilderen zijn voor mij heel breed, dat is meer dan verf op doek. En soms is een werk beter als het driedimensionaal wordt. Ik had laatst schetsen gemaakt van gebruiksvoorwerpen. Dat vormen banken en stoelen worden, of een lamp of tafel. Of ik het ga uitvoeren weet ik niet. Ik heb in het verleden vaker banken of zitobjecten gebouwd van hout. Ik vind hybride vormen heel interessant; is het een schilderij of mag ik er ook op zitten?
Dat begrip kunst is een westers idee en dat we autonome kunst hebben tegenover dingen met een gebruiksfunctie, dat is iets waarvan je je kan afvragen of het nog werkt in deze tijd. Die autonome kunst waar wij dan naar moeten kijken en als toeschouwer maar iets van moeten vinden. Ik wil daar een hybride vorm in vinden, dát vind ik interessant. Die grenzen aftasten vind ik boeiend. Twee inspiratiebronnen voor mij uit de kunstgeschiedenis; Sigmar Polke heeft een schilderij gemaakt wat hij als jas om zich heen draagt. Dat vind ik wel boeiend! Of Franz West, hij heeft een groot sculptuur in een park staan, en dat is een soort slinger met verschillende felle pastelkleurtjes waarvan de uiteinden krukjes zijn. Wanneer mensen daarop zitten, worden ze onderdeel van die sculptuur. Dat is het kunstwerk dat ik had willen maken!”