Familieopstellingen als methode om werk te maken en te begrijpen
Annemiek gebruikt de familieopstellingen afkomstig uit de psychotherapie als methode om haar werk en de karakters die worden afgebeeld beter te doorgronden. Ook kunnen familieopstellingen inspiratie leveren voor een schilderij: een ervaring met een familieopstelling werd een aanleiding voor een portret van haar moeder.
“Vier jaar geleden ben ik begonnen met het onderzoeken van familieopstellingen, en hoe dit voor de kunst benut kan worden. Bij het lectoraat van Bart van Rosmalen aan de HKU bestudeerde ik voor het eerst hoe opstellingen kunnen helpen om elkaars plek in te nemen en de lichamelijke sensaties die daarmee gepaard zijn, te onderzoeken om gevoelde informatie tot je te nemen.
Ook bij mijn meest recente project, heb ik familieopstellingen gedaan wat als startpunt functioneerde voor een portret van mijn moeder. Vanuit die opstellingen heb ik een portret gemaakt van mijn moeder, gebaseerd op een foto van haar voordat ze mij kreeg. Het idee hiervoor is ontstaan tijdens een recente familieopstelling, waarbij ik werd opgesteld als mijn moeder en een andere vrouw als mij. Je ervaart dan het blikveld van degene die je representeert. Ik ervoer de plek van mijn moeder ten opzichte van mij. Vervolgens draaide we de rollen om. Ik voelde sensaties. Door het veranderende perspectief kon ik echt ervaren en diep voelen! Een andere opstelling was mijn vrouwenlijn die werd opgesteld. Alle vrouwen die mij voorgingen, voormoeders. Wat ik zo mooi vond aan die opstellingen, was het moment dat mijn moeder werd gerepreseneerd door iemand in de opstelling. Maar ook alle oma’s, heel ver terug ging mijn vrouwelijke tijdlijn. Ik stond er toen als toeschouwer. De representant van mijn oma ging bewegen. Ik werd helemaal geëmotioneerd hoe “mijn oma” dat deed. Ik was daar helemaal vol van: de lichaamstaal van mijn oma, de stand van haar handen, de representant toonde mij dat en daarmee had ik even mijn oma “teruggezien”. Je voelt dingen in de opstelling en je gaat ze delen. Het gaat er niet om of het wel of niet klopt, maar er zit absoluut een soort waarheid in. Ik zag in diegene die daar stond mijn moeder weerspiegeld. Toen ik voor haar stond zag ik mijn moeder als een gevleugelde vrouw staan. Mijn moeder vindt dat ze is zoals iedereen, maar daar zag ik haar essentie en volledig potentieel! Zoveel liefde, zo bijzonder keek ik naar haar. Maar zij zag zichzelf als gewoon. Dát maakte zo’n indruk op mij, dus dat heb ik wel meegenomen. Ik zag haar als een gevleugelde vrouw en zij zag dat niet. Zij kon dat niet zien. En precies dat, dat we dat vaak zelf niet volledig kunnen waarnemen en zien wie we zijn en wat we allemaal kunnen, raakt mij. Dat heb ik als vertrekpunt genomen voor een schilderij. Dat ik iets wilde schilderen waar mijn bescheiden moeder zich niet direct in herkent. Maar wat ik wel in haar zie en wat ik bij haar ervaar en bijzonder vind.
Na de opstellingen heb ik teksten geschreven. Vervolgens heb ik in een paar uur het schilderij dat mijn moeder afbeeldt kunnen maken. Ik heb er 5 uur aan gewerkt, dus het knalt er bij mij echt uit. Maar die foto’s, die heb ik van mijn moeder en ik wist wel gelijk: dit wil ik schilderen. Hop hop, daar is zo’n werk als pasta bolognese, dat maak ik even. Als bij donder en bliksem, want in drie dagen maak ik zo’n werk. Na het formaat te hebben gekozen, was de eerste laag was per gesso. Dan is het de foto zoeken en de keuze maken. Ik was geïnspireerd geraakt om mijn moeder af te beelden, zoals ik een keer een portretje gezien had, waar een meisje op stond afgebeeld met licht van achter. Dat deed me ook wel aan van Gogh denken. Hoe hij de licht en de tonen en de gradaties erin kon vastleggen. Dus ik wist wel: de kleuren die ik wil gebruiken zijn okers, bruinen en goud. Ik vond het wel spannend om met goud te werken, omdat het snel kitscherig is. Dit was voor het eerst dat ik het heel bewust gebruikte in een werk. Ik heb het wel eens gedaan omdat dat het enige goede antwoord was in het schilderij, voor mijn gevoel. Maar nu had ik het verlangen. Ik had dat al helemaal in mijn hoofd. Toen ik die foto zag met dat licht van achter. En met die ervaring van die opstelling. Samen leidde dit alles naar dat klikmoment: dit is zó belangrijk, dat je niet kan zien wat je bent of voor iemand betekent. Bij het schilderij heb ik de onderlaag van goud gemaakt, vervolgens ben ik met bruin daar overheen gegaan, waardoor die glow van het goud daar doorheen schijnt. Mijn moeder zei, toen ze het werk zag: ik herken mezelf er helemaal niet in. Dat is nou precies de bedoeling, want ik zie het wél!
Mijn ervaring met opstellingen hebben invloed gehad op het schilderen. Nu schilder ik veel bewuster en in stilte. Er zit heel veel wijsheid in stilte. Ook organiseer ik avonden met mijn buurvrouwen, waar ik mijn werkvormen toets die ik ontwikkel bij het lectoraat Kunst en Professionalisering. Ik was nieuwsgierig naar de waarde van deze vormen buiten de academie. In een van deze werkvormen heb ik hen representant laten zijn van mijn schilderijen. Wat we doen is dat ik al mijn schilderijen op A4 afdruk. Dan blind een aantal neerleggen en allemaal er ‘in gaan staan’ en dan voelen ze het werk, zonder het te zien. De vorige keer hebben zeven vrouwen representant gestaan en heb ik allerlei informatie gekregen. Je ontmoet het werk eigenlijk zonder het visueel waar te nemen. Toch kun je allerlei sensaties waarnemen. Deze worden gedeeld. En als je de print van het schilderij vervolgens omdraait, begrijpt iedereen het beeld omdat ze het al via het invoelen hebben ontmoet. Het is het andersom waarnemen. Zo bijzonder!”
Annemiek beschrijft deze avonden in het artikel Dag mooie Muzes, dag magische eenvoud in Blad 2, een publicatie van het lectoraat Muzische Professionalisering: https://www.musework.nl/nl/page/8617/dag-mooie-muzen-dag-magische-eenvoud.