Waar of bruikbaar? De waarde van in onderzoek ontwikkelde kennis
Het is makkelijk om in het algemeen te verwijzen naar ‘academisch onderzoek’ als een specifieke, veel voorkomende manier van werken in onderzoek maar bij enig inzoomen is het niet duidelijk waar de grens dan precies ligt met de manieren van onderzoeken in de kunsten en het ontwerpen: er is geen exclusieve relatie met bepaalde principes of methoden. In het kunstonderwijs worden begrippen als ‘de wetenschap’ en ‘wetenschappelijk’, ‘academisch’ of ‘universitair’ onderzoek veel gebruikt. Vaak gaat in de discussies hierover het misverstand schuil dat er in ‘de wetenschap’ alleen verklarende validiteit gezocht wordt: de waarde van kennis ligt in haar verklarende kracht. Er bestaat echter ook pragmatische validiteit: de waarde van kennis ligt in haar bruikbaarheid en werkzaamheid.
‘De wetenschap’ en ‘wetenschappelijk’, ‘academisch’ of ‘universitair’ onderzoek betreffen een dermate grote range van methoden en uitgangspunten dat het willen vatten ervan onder één term gelijk staat met het vragen om problemen. Denk aan wetenschappelijke vakgebieden als wiskunde, biologie, psychologie, taalkunde en geschiedkunde. Deze laten zich niet samenvoegen tot één uniforme ‘wetenschap’. Vanuit de ‘wetenschapsbeleving’ van de ene zijn er soms twijfels aan de wetenschappelijkheid van de andere. De twijfels zijn goed, het toepassen van één maatstaf ‘wetenschappelijkheid’ niet. De verschillen tussen de wetenschappen die deze vakgebieden beoefenen zijn voor een belangrijk deel functioneel: men wil bepaalde dingen snappen, blootleggen, ontwikkelen. Hetzelfde geldt voor maakonderzoek. Alleen zijn de twijfels aan de wetenschappelijkheid daarvan, zeker bij makers, nog groter dan die tussen de genoemde vakgebieden. Eén van de hoofdredenen daarvan is dat men waarneemt dat de verklarende kracht van in maakonderzoek ontwikkelde kennis erg laag is of kan zijn en maakonderzoek derhalve weinig wetenschappelijk is. Wat men vergeet, of niet weet, is dat de waarde van kennis niet alleen ligt in de verklarende kracht ervan maar ook in de bruikbaarheid of werkzaamheid ervan. In maakonderzoek staat de bruikbaarheid van de ontwikkelde kennis zelfs centraal. Andriessen en Van Aken (Handboek ontwerpgericht wetenschappelijk onderzoek. Den Haag: Boom Lemma 2011) stellen: “Het gaat hier [in ontwerpgericht wetenschappelijk onderzoek] dus niet, of niet primair, om verklarende validiteit; de eerste vraag is niet of het waar is, maar of het werkt. Door deze eigenschappen kan ontwerpgericht wetenschappelijk onderzoek een veel krachtiger ondersteuning geven bij het oplossen van veldproblemen dan het meer orthodoxe verklarende sociaalwetenschappelijke onderzoek.”
Lees verder: een bespreking van het begrip kennis.
Lees verder: een discussie over hoe je de bruikbaarheid of werkzaamheid kunt vaststellen.