Het wisselen tussen analoog en digitaal om de materiële kwaliteiten te behouden.
Mai Linh wil verrast kunnen worden door het materiaal waarmee ze tekent. Daarom werkt ze het liefst eerst analoog voordat ze haar werk digitaliseert, ook als de opdrachtgever graag digitale bestanden van haar ontvangt. Mai Linh heeft een manier gevonden om ook in haar digitale werk de kwaliteiten te behouden of op te zoeken die dezelfde materialiteit of gelaagdheid tonen als wanneer ze het werk analoog zou maken.
“Onlangs heb ik een grote opdracht voor Thirty030 afgerond waarvoor de tekeningen op papier gemaakt zijn, maar wel digitaal bewerkt. Het ging voornamelijk over het digitaal omgezet naar kleur en dergelijke. De opdracht die ik kreeg was doodles te tekenen over foto’s heen waarin iemands droom voor de toekomst in Utrecht zichtbaar zou worden. Dat werd gedaan door een bepaalde illustratrice, maar die ging op vakantie dus ik moest dat overnemen. Ik moest redelijk in haar stijl blijven, wat voornamelijk lastig is omdat zij op een bepaalde manier mensen tekent, digitaal op een iPad en dat de richtlijn van de foto met daaroverheen felle witte en rode vlakken al vast stond. Ik moest meteen bij de eerste tekening mensen tekenen. Ik ben niet digitaal goed genoeg om die foto digitaal te openen en daarin gewoon te tekenen en dan is het klaar, zoals zij dat doet. Zij heeft een grote iPad pro en tekent het zo met een pennetje in. Ik heb geen beschikking over zulke middelen, dus ik weet niet of ik het wel of niet zou kunnen, maar ik heb dat op mijn eigen manier opgelost. Wat ik ontdekte was dat het eigenlijk het makkelijkste was als ik de foto’s uitprintte, die op de lichtbak legde en dan tekeningen overheen maakte op een nieuw papier, die dan weer inscande en hem dan weer digitaal bewerkte dat hij passend werd en in de juiste kleuren. En dan ging het goed. Maar in één keer digitaal, dat lukt niet, maar met die tussenstappen wel. In dit geval ligt het aan de middelen, maar in andere gevallen, als ik tekeningen digitaliseer, gaat het heel erg over de materialiteit. Als ik bijvoorbeeld denk aan een klus die ik heb gedaan voor verpakkingen van zepen, daar was ook veel digitaal werk. Dat moest ik wel digitaal aanleveren omdat het drukwerk werd voor zeepverpakingen. Daar had ik tekeningen voor gemaakt van de kruiden of planten waar die zeep van gemaakt was. Ik had die planten getekend met verschillende materialen. Ik merkte dat ik op het moment wanneer ik het ene stuk met een potlood kan doen en het andere stuk met een fineliner, dan weer met een brushpen, dat iets heel anders doet met de materialiteit dan als ik dat in een app moet beslissen. En bij de zepen-opdracht, daar heb ik de gevoeligheid van het materiaal zichtbaar gemaakt omdat het eerst analoog getekend werd. Maar dat is ook een combinatie van een kleurvlak en een textuur. Het zijn afbeeldingen van planten waarbij de bloemen of de vrucht de kleur heeft van de zeep en de rest van de plant één kleurvlak is. Maar dat kan omdat het kleurvlak niet zo heftig is. In verschillende texturen wordt namelijk die gevoeligheid van die bloem afgebeeld. De textuur is van een foto van de zeep zelf.
Volgens mij kun je in die apps wel veel vinden, maar de cadeautjes die je krijgt in het materiaal, daar heb ik mijn twijfels over omdat dat in een app heel gecontroleerd is. Ik heb een fineliner die ik graag gebruik, die is bijna op, maar ik teken er nog steeds erg graag mee omdat hij op bepaalde plekken wél inkt afgeeft en op andere plekken niet. Waardoor je verrast wordt door een lijn die je niet had kunnen bedenken, maar wel krijgt. Volgens mij is dat iets wat je verliest in het digitale werken waardoor alles op elkaar gaat lijken. En daar wil ik erg graag van wegblijven. Vandaar dat ik vaak een analoge versie heb voordat het naar iets digitaals gaat.
Ook digitaal inkleuren vind ik vaak helemaal niet boeiend dus daarom werk ik digitaal precies hetzelfde als met mijn fysieke, gelaagde botanische werk. Dan plak ik afbeeldingen met texturen en kleuren onder tekeningen en uitsnedes, waardoor je niet alleen een dicht kleurvlak krijgt, maar dat je juist meer schaduw krijgt en veel gevoeliger dan wat je digitaal zelf kan maken. Ik wil dat in mijn digitale werk die gevoeligheid ook zichtbaar wordt. Het heeft ook te maken met een variatie aan beeldtalen. Het is niet zo dat ik helemaal geen effen kleurvlakken gebruik. Ik wil graag afwisseling in het beeld zodat ook die effen vlakken minder schreeuwend worden, ze worden afgemat zeg maar. Dan gaat het over de gevoeligheid van tekenen ipv de hardheid van digitaal stripachtig tekenen. Dit heeft met mijn esthetische voorkeur te maken. En dat vond ik dus zo lastig aan thirty030, dat waren heel harde witte en rode kleurvlakken, nergens gradatie.”