Het verenigen van visie en klank
Wessel ziet het juist als zijn taak om een geheel te maken van het album wat hij mixt. Door consequent gebruik van perspectief en keuzes met betrekking tot esthetiek binnen het geheel, probeert hij een balans te vinden tussen een ambigue en concrete luisterbeleving.
“Ik houd er niet van wanneer de artiesten wiens albums ik mix continue van perspectief willen veranderen binnen een plaat: bij het ene nummer de zang fluisterend zacht plaatsen en bij het andere schreeuwend in een stadion. Ik zie het juist als mijn taak om een geheel te maken van het album. Bij consequent gebruik van perspectief en keuzes met betrekking tot esthetiek binnen het geheel, kan ik hier ongelooflijk veel in variëren en de luisteraar meenemen. Belangrijk is dat de artistieke identiteit van de artiest hoorbaar moet zijn. Het enige dat ik kan doen, is identiteit versterken. Als ik de identiteit moet máken, kan het project beter naar een mixer die er alles aan doet om de muziek te laten werken. Ik zie mezelf als een soort eindredacteur. Popmuziek duurt maar drie minuten en de muzikale boodschap is vaak erg concreet. Ik zit iets meer in het alternatieve, wat langere nummers en ik zoek naar een balans tussen ambigu en concreet. Daarbij wil ik cliché-trucjes vermijden, met aan de andere kant: hoe kan ik iets ambigu maken zonder te vervallen in totale vervreemding?”