Stagnatie oplossen door een andere muzikale vorm te kiezen
Ben werd verrast door een simpel zinnetje van de regisseur: “Hoe gaat het met het lied voor het koor?” Hij had de muziek zelf helemaal niet als een lied gezien. Door uit te gaan van deze nieuwe muzikale vorm kon hij de stagnatie in het proces opheffen.
“Ik werkte aan een community art project in Harlingen. De opdracht was een muziektheaterstuk dat over de kerk en de gemeenschap moest gaan. Mijn opdracht was om muziek te schrijven voor een projectkoor van ongeveer vijfentwintig lokale amateurzangers, een band, een organist van de kerk en mijzelf op gitaar. Eén van de stukken die ik moest schrijven was bedoeld als de grote climax van het stuk; de storm. De wens van de regisseur was dat ik alle muzikanten en alle koorleden daar zou inzetten. Ik was verder helemaal vrij in de tekst en de muzikale stijl. Voordat ik ging schrijven ben ik met de organist gaan praten over het orgel en of hij uit de orgelliteratuur stukken wist die raakten aan het thema storm. Toen is hij vooral met symfonische stukken gekomen, waar ik me wel een beetje door heb laten inspireren. Ik heb hem ook laten demonstreren wat hij met zijn orgel allemaal kon, vooral hoe het orgel onconventioneel gebruikt kon worden waardoor het meer geluidseffecten maakt dan traditionele samenklanken. Vervolgens ben ik begonnen met componeren voor het orgel.
Stagnatie opheffen door nieuwe muzikale vorm
De eerste deadline was dat het koor het stuk zou gaan repeteren. Dat was de drijfveer om de tekst af te gaan maken. Ik realiseerde me twee dagen voor die deadline dat alles wat ik al geschreven had niet goed genoeg was. Het zat hem in het karakter van de teksten versus het karakter van de muziek. Het was of te pathetisch, of te uitleggerig. Ik ben heel laat pas aan de noten voor het koor begonnen. Dat kwam ook doordat ik de tekst zo laat af had denk ik.
Ik had namelijk het idee dat dit een virtuoos orgelstuk zou worden. Dus instrumentaal, aangevuld door de rest. Vandaar dat de organist ook met al die instrumentale referenties kwam. Dat is gewoon heel lang mijn frame geweest. Ik heb tussentijds met de regisseur wel af en toe overleg gehad, Ik geloof dat zij op een gegeven moment zei: hoe gaat het met het lied voor het koor? En dat eigenlijk dat simpele zinnetje mij verraste, want ik had het zelf nog helemaal geen lied genoemd. En toen besefte ik dat we daar misschien nog helemaal niet genoeg over hadden gecommuniceerd. Dat het haar idee was dat het een lied was en ik toen dacht, hé dat is misschien ook wel een veel betere ingang. Een lied waarin het koor op de voorgrond stond in plaats van het orgel. Dat was het grote verschil eigenlijk. Ik had het orgel als hoofdrolspeler van het stuk gezien en zij het koor.
Ik ben toen gewoon de scène door gaan lezen van de storm en heb daar selecties gemaakt van mogelijk bruikbare zinsfragmenten. Die heb ik weer op een apart vel geschreven en die ben ik gaan testen op muzikaliteit. Vervolgens ben ik gaan componeren met de zinnen die werkten, vanuit het gegeven dat het een lied moest worden. De orgelpartij die ik schreef was daaraan dienend. Ik heb de tekst veel korter gemaakt. De vraag is of ik op dit resultaat was gekomen als ik het al eerder als een lied had beschouwd. Waarschijnlijk niet op precies hetzelfde resultaat. Of het minder was geweest, dat kan ik niet zo goed inschatten.”