Gesprekken voeren en vormen van interviewen

Een interview heeft altijd meer de sfeer van een gewoon gesprek dan van vraag tot vraag wordt gegaan.

In maakonderzoek kunnen verschillende vormen van gespreksvoering en interviewen zinvol zijn. In een eerste fase zijn dit vaak oriënterende gesprekjes, nog zoekend, aftastend, soms tussen neus en lippen door. In een later stadium kan de onderzoeker hier meer sturing aan geven. Hoe de onderzoeker dit  doet, is bepalend voor het resultaat.

In de antropologie wordt veel waarde gehecht aan het opbouwen van een vertrouwensband met de mensen die je onderzoekt. Het voeren van gesprekken, nog informeel en aftastend, is hiervoor nodig. De invloed van de mensen zelf op wat er wordt gezegd, is in die situaties sterk. Gaandeweg kunnen ook meer gestructureerde gesprekken worden gevoerd, waarbij de onderzoeker de invloed wat meer naar zich toe trekt. Toch blijft in de antropologie een interview altijd meer de sfeer hebben van een gewoon gesprek waarbij van vraag tot vraag wordt gegaan. Juist in de eigen verhalen, de prioritering en de items die de geïnterviewde spontaan zelf naar voren brengt, zit de diepgang. Dat is ook het geval bij de makersdialoog, de gemediteerde gespreksvorm tussen twee makers die in het maakonderzoek is ontwikkeld en manier van interviewen veelvuldig en met succes is gebruikt.

Hieronder schetsen we in het kort verschillende vormen van interviewen waarbij de rol van de onderzoeker weinig tot steeds sterker sturend wordt.

Informeel 

Dit zijn de korte gesprekjes tijdens de koffie, op de gang, tussen agendapunten door. Het zijn enigszins verborgen interviews, zonder afspraak, zonder de aanwijzing: ‘ik ga je nu een paar vragen stellen’. Het is het tussen neus en lippen door verzamelen van informatie. Zeker aan het begin van een onderzoek zijn deze korte gesprekjes belangrijk om te leren wat er speelt. Ook later zijn ze belangrijk om nieuwe informatie te vinden en gevoelige onderwerpen te bespreken. De uitdaging voor de onderzoeker is om veel te leren onthouden, want schrijven kan niet, en om zorgvuldig met bronnen om te gaan. 

Ongestructureerd 

Ongestructureerde interviews doen we op afspraak. De ander weet dat hij geïnterviewd wordt. Je hebt weliswaar een plan in gedachten met onderwerpen waar je het over wilt hebben, maar je volgt de flow en antwoorden van de ander. De geïnterviewde bepaalt het tempo en de volgorde waarin dingen besproken worden. We gebruiken veel wat we noemen ‘grand-tour’ vragen, als: hoe ziet je werkdag eruit, vanaf dat je binnenkomt tot je weggaat? Het ongestructureerde interview is zeer geschikt om mensen vaker te interviewen en als de geïnterviewde genoeg tijd heeft. 

Semigestructureerd 

Dit zijn interviews op afspraak en met een lijst van te bespreken onderwerpen, waarbij de interviewer een bepaalt script volgt en daarmee controle uitoefent over de onderwerpen, maar daarbinnen de geïnterviewde vrij laat en volgt in de antwoorden. Dit is zeer geschikt voor momenten waarbij tijd schaars is en je de ander niet veel vaker zult kunnen spreken. 

Gestructureerd 

Dit is het type interview waarbij de interviewer veel sturing pakt in het type vragen en de gekozen onderwerpen, vaak met een duidelijk uitgeschreven interviewscript. Deze vorm is bijvoorbeeld nuttig om nog een aantal zaken na te gaan of naderhand feitelijk te checken. 


Lees verder: Vertrouwen opbouwen bij participerende observatie en antropologisch onderzoek doen.

Bron: Braun, D. & Kramer, J. (2015). De Corporate Tribe. Uitgeverij: Vakmedianet