Op zoek naar het menselijk perspectief door te maken in onderzoek

Het maken helpt me om te ordenen, te filteren en tegelijk gebeurt er iets in het analytische.

Met de introductie van het concept ‘onderzoekend vermogen’ is de praktijk van het onderzoek en onderwijs in het HBO de afgelopen jaren al behoorlijk veranderd. Daan Andriessen, lector Methodologie Praktijkonderzoek aan de Hogeschool Utrecht, heeft hier veel aan bijgedragen. Toch voelt hij de behoefte aan een nog meer integraal perspectief. In zijn samenwerking met Bart van Rosmalen, bedenker van de muzisch werkplaatsen, onderzoekt hij als hoe ‘muzische’ aspecten zijn professionele leven en werken kunnen versterken.

Voor Daan Andriessen is ‘pendelen’ een belangrijke concept in relatie tot het doen van onderzoek. Eerst ging dat primair over het pendelen tussen twee werelden: die van de dagelijkse ervaringen, de ongeordendheid van de werkelijkheid, de ervaringen, de mensen die je spreekt, de taal die je ervaart. En die van de wereld van de concepten, van het begrip, van het systematiseren om die werkelijkheid te kunnen begrijpen en daar iets in te kunnen doen. De laatste jaren is er voor Daan een derde perspectief bijgekomen, namelijk dat als je in dat proces dingen gaat maken, dit heel voedend voor die andere werelden kan zijn. Hij ervaart dat het maken, bijvoorbeeld op het moment dat hij een sprookje schrijft, hem helpt hem te ordenen, te filteren en dat er tegelijk iets gebeurt in het analytische. Het is niet alleen dat er voor hem dan een brug ontstaat tussen die verschillende werelden, het is meer: het integreert.

“Een voorbeeld is dat ik pas een kinderverhaaltje heb geschreven voor 4-jarigen dat begon met de zin: ‘Daan ligt op de bank.’ En dat voedt dan zowel mijn ervaringen als mijn concept van de werkelijkheid. Denken, ervaren en het maken. En vorm is daar voor mij heel erg belangrijk bij.”

Daan beschouwt dat schrijven van een sprookje dan ook als een vorm van onderzoek doen. Er gebeurt iets in wat je kunt onthouden, in wat je later kunt oproepen. Onderzoek leidt in die zin tot nieuwe kennis, en die is wat hem betreft praktijkrelevant.

“We hebben behoefte aan een helend perspectief. Je hebt die systeemwereld, het schrijven van uren… Het raakt ook aan het concept van Goed werk, wat we in de muzische werkplaats proberen. Mensen raken zo verknipt: ze doen dit of dit, of ze zijn bezig met die schijnwereld of ze doen iets in die andere wereld.“

Daan ziet het muzisch onderzoek doen als een derde perspectief. Hij ziet het vooral als een aanvullend perspectief. Het roept bij hem de vraag op: wanneer kan of moet je dit wel of niet doen? In welke situaties is dit verantwoord of zinvol? Dat is wat hij in de werkplaatsen van Bart samen met andere professionals uit de kunsten, de wetenschap, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties onderzoekt.


Bron: In 2019 hield Arja Veerman een aantal ‘maakonderzoeksdialogen’ met de lectoren Bart van Rosmalen (Muzische professionalisering, HKU), Daan Andriessen (Methodologie praktijkonderzoek, HU), Jan IJzermans (Research in Creative Practices, HKU) en Nirav Christoph (Performatieve Maakprocessen, HKU). Onderwerp was: manieren van werken in maakonderzoek. De fragmenten van Daan Andriessen komen uit een gesprek dat hij met Bart van Rosmalen had.

Voor meer info over de Muzische Werkplaats: https://www.musework.nl/nl/page/8691/werkplaats-19-20