Ordenen is een soort aanjager

Mijn archief is dus eigenlijk helemaal geen archief, het ontstaat door toeval.

Als Melanie aan het ordenen slaat, kunnen daaruit diverse verzamelingen ontstaan. Dat ordenen gebeurt vanuit verschillende perspectieven en met verschillende belangen. Zo kan ze een hele stapel encyclopedieën wegwerken, omdat ze anders in de weg bijven liggen. Deze verzamelwoede komt vervolgens niet meteen, op hetzelfde moment, terug in haar werk. Een verzameling kan later ineens perfect voor een project blijken en wordt dan materiaal ergens in.

“Als ik er zo over nadenk, komt die verzamelwoede niet heel direct terug in mijn werk, in ieder geval niet op hetzelfde moment. Daar kan een hele tijd overheen gaan en dan ineens zie ik: ‘Die verzameling, daar kan ik iets mee gaan doen!’ Bijvoorbeeld: die mooie oude nota’s, die ik verzamel vanuit grafisch oogpunt – laatst kreeg ik van een vriendin een heel mooie oude Amerikaanse administratie. Dat soort verzamelingen boor ik dan aan als ik speciaal voor iemand iets ga maken. Het wordt dan materiaal. Zo heb ik verzamelingen van stenen, die zitten in dozen. Sinaasappelpapiertjes, die zitten ook in een doos wat verder weg, dat is niet echt een actieve verzameling. Verzamelingen tijdschriften, die liggen in mijn woonkamer. En ik heb ook woordparen verzameld, die heb ik in een blik gestopt.

Die woordparen zijn ontstaan uit een stapel encyclopedieën die ik van iemand kreeg, die kleine Winkler Prins boeken, weet je wel? Die wilde ik wegwerken, waarbij ik de afbeeldingen graag wilde ordenen. Ik begon met het voorzichtig uitsnijden van de kleurafbeeldingen. En terwijl ik dat deed, kwam ik allemaal andere informatie tegen. Op een gegeven moment merkte ik dat mijn aandacht zich verplaatste naar de mini-afbeeldingen. Dit zijn plaatjes die in de tekst staan, vaak zijn ze klein en wat groezeliger. Ik associeerde dat met van die kleine prentjes van heiligen, van die pocketplaatjes, zeg maar. Ineens was ik daar helemaal door gegrepen. Associatief begon ik die te ordenen. De encyclopedie heeft de handige maar volstrekt onlogische ordening van het alfabet. Ik probeerde vanuit de wetenschappen in te delen en onder te verdelen: natuurkunde, biologie en aardrijkskunde… Maar er ontstonden natuurlijk dilemma’s, want die kleine grafisch afbeeldingen horen soms zowel in de aardrijkskunde als in de natuurkunde, waardoor de vraag ontstond: hoe ga ik dat ordenen? Uiteindelijk orden ik volgens de lijnen van m’n eigen associaties, zodat het een beetje overeenkomt met de binnenkant van hoofd en geheugen, mijn manieren van denken en doen en daardoor is het bruikbaar.

Omringd door allemaal grote stapels plaatjes en materiaal probeerde ik dat uit te zoeken en zag ik ineens: ‘Aaah, die woordparen! Waarom zie dit nu pas?’ Die woordparen grepen me en vanaf dat moment ging ik met een andere blik door de rest van de informatie heen. Ik keek naar het bovenste woord, het onderste woord, en die kwamen boven op de pagina… zo’n mooi gegeven! Die woordparen zijn echt schitterend, want puur toevallig door de alfabetische rangschikking van informatie ontstaan deze duo’s. Deze duo’s orden ik dan weer, hier is er eentje: geheimschrift – geheugen, gezichtsscherpte – gezin, gebergtevorming –gebit, geiten – gelaagdheid, geheimschrift. Dat laatste woord is dan ook echt een woord alleen.

Het verzamelen en ordenen doe ik dus steeds vanuit verschillende perspectieven en vanuit verschillende belangen. Mijn archief is eigenlijk een geheugendeel, het is door toeval ontstaan. Doelmatig heb ik er geen donder aan, maar gevoelsmatig werk ik er prima mee. De schoonheid van die toevallig ontstane collecties is mijn voeding. Daarnaast ben ik dit onderwerp gaan uitdiepen in relatie tot het onderwijs dat ik geef. Naar aanleiding van de woordparen en het Thinking grid* dat ik van Liz Lerman leerde, heb ik een oefening ontwikkeld om op een meer speelse manier te werken met je persoonlijke waardes. Ik heb daarbij zelf eerst lukraak-dingen verzameld. Want als je het over waardes wil hebben, moet je zorgen dat het niet te formeel of opzichtig is. Waardes liggen ónder ons en ín ons handelen, ze liggen er niet bovenop. Die lukraak-dingen heb ik verzameld door zoveel mogelijk verschillende mensen te vragen een lijstje te maken: van gewone gebruiksvoorwerpen, werkwoorden, vormen, kleuren, dieren, dingen… en die lijsten heb ik samengevoegd tot een grote lukraak-woordenverzameling.

In de oefening maken studenten vervolgens een lijstje met een aantal persoonlijke waardes. Daarna prikken ze, met hun ogen dicht, woorden vanuit die lukraak-woordenverzameling van mij, waardoor er combinaties van een waarde met zo’n woord ontstaan. Bijvoorbeeld autonomie en kast, ik noem maar wat. Als je daar dan een écrit automatique* op doet, of wat gaat spelen met die woorden, wordt het zo dat je een waarde in jezelf op een hele specifieke manier laat ‘zijn’. Doordat je iets lukraak van buiten neemt, en dat koppelt aan een waarde, maakt dat het juist héél persoonlijk naar buiten komt. De oefening kan een manier zijn om een dialoog met jezelf te voeren. Voor mij zijn de teksten die studenten schrijven een ingang tot gesprek over hun makerschap.”


*De Amerikaanse choreografe, schrijver en gespreksontwerper Liz Lerman ontwikkelde het idee van de Thinking Grid. Dit is een manier om elementen in je leven op eenvoudige maar krachtige manier met elkaar in verband te brengen, waarbij de volheid en onbegrijpelijkheid van alles dat er is, naast elkaar kan bestaan.

*écrit automatique: het schrijven zonder vooropgezet idee, als vorm van improvisatie, waarbij het onbewuste zonder inmenging van de rede wordt aangesproken, en op die manier tot nieuwe en onverwachte teksten leidt. Zie bijvoorbeeld het werk van André Breton.