Een ‘reflectieve kennisleer’
Schön ontwikkelde al in 1983 het concept van de ‘reflective practitioner’: een professional die in zijn of haar beroepspraktijk denken en doen combineert, en hierop reflecteert. Schön werkte hierbij tegelijk aan een ‘reflectieve kennisleer’, die destijds haaks stond op de meer rationele en positivistische zienswijze: het oplossen van problemen op een instrumentele, technische en (natuur) wetenschappelijk manier.
In het hoger kunstonderwijs wordt veel gesproken over het opleiden van ‘reflective practitioners’, creatieve professionals die zich staande weten houden in de complexe beroepspraktijk. Volgens Donald Schön, grondlegger van dit concept, kenmerkt dit soort praktijken zich door een hoge mate van onzekerheid waarin waarden kunnen botsen. Om in deze wereld te kunnen leren en verkeren, is reflecteren volgens hem essentieel.
Schön ging in zijn reflectieve benadering uit van beroepssituaties die een hoge mate van complexiteit kennen – denk hierbij aan die van een arts, een jurist, een docent, een ontwerper. Hij stelde dat in dit soort situaties niet het oplossen van een probleem het startpunt moest zijn, maar juist het stellen van een probleem centraal moest staan. Hij pleitte daarbij voor een reflectief en een interactief, ‘bevragend’ proces dat samen met anderen kon worden gedaan. De praktijk zag hij daarbij als een soort van onderzoeksomgeving, waarin meerdere systemen van ‘begrijpen’ kunnen samenkomen. Doen en denken zijn met elkaar verweven, doel en middelen kunnen worden omgedraaid. Impliciete kennis van beroepsbeoefenaars wordt gewaardeerd en ‘opgehaald’.
Door impliciete kennis te expliciteren kan – in termen van Schön – een ‘repertoire’ aan kennis worden opgebouwd. Dit is iets dat wij zelf ook doen in het maakonderzoek, bij het werken met de maakonderzoekscyclus. De uitgangspunten die wij daarbij gebruiken, sluiten goed aan bij het gedachtegoed van Schön. Interessant is dat deze ook overeenkomst vertonen met een aantal uitgangspunten vanuit de antropologie.
Het werk van Schön is ook nu nog steeds van grote invloed, op zowel onderzoek als onderwijs. Op het congres van de Design Research Society in 2016 werd, naast de talloze referenties naar zijn werk, zelfs een heel symposium gewijd aan zijn nalatenschap en de invloed op ontwerponderzoek. Zijn reflectieve kennisleer, waarbij het in essentie gaat om het verzamelen en opbouwen van ‘practice-based evidence’, biedt daarnaast nog steeds tegenwicht tegen positivistisch stromingen, zoals evidence-based onderwijsonderzoek en beleid. In de praktijk van het onderwijs zelf vinden we inmiddels tal van reflectievormen en opdrachten voor studenten: het maken van reflectieverslagen, portfolio’s etc. Opvallend is dat veel van deze vormen zich richten op de individuele student, terwijl Schön vooral pleit voor interactie, bevragen en samen doen.
Bron: Schön, Donald A. (1983) The Reflective Practitioner: How Professionals Think In Action. Basic Books.
Lees ook: Een bijzondere vorm van probleemoplossing of een praktijk waarin de maker bij voortduring in gesprek is met de maaksituatie.
Lees ook: Parallelen tussen kunst, ontwerpen en antropologie. Opvallend is dat mensen zoals Tim Ingold en Donald Schön zowel antropologen als makers inspireren. Dit wijst op samenhang.
Lees ook: De rol van reflectie in creatieve praktijken. Linda Candy bouwt in haar recente werk stevig door op het gedachtegoed van Schön.
Wellicht daarnaast interessant: Donald Schön heeft samen met Chris Agyris onderzoek gedaan naar vormen van ‘double loop learning’, waarbij verschil wordt gemaakt tussen wat je zegt dat je doet en wat je werkelijk doet. De theorie die zij hierover hebben ontwikkeld, kan bruikbaar zijn bij het ontdekken en werken met impliciete kennis in de (onderwijs) praktijk.